Een kleine groep bedrijfsartsen is gespecialiseerd in straling en de effecten daarvan op werknemers die ermee te maken krijgen. Er is behoefte aan meer mensen die dit werk doen, want straling blijft ook in de toekomst een belangrijke risicofactor in werk. TBV interviewt Rick van Steenkiste, bedrijfs- en stralingsarts. 'Veel van mijn collega's buiten de bedrijfsgeneeskunde, maar ook vrienden en kennissen, hebben geen flauw idee wat een stralingsarts doet.' Jozien Wijkhuijs, Joost van der Gulden
Bedrijven waarin met straling wordt gewerkt kunnen een beroep doen op een stralingsarts: een bedrijfsarts die zich gespecialiseerd heeft in de effecten van straling op de gezondheid van werknemers. Rick van Steenkiste is zo iemand. Hij is 33 en daarmee een ‘jonge klare’ in deze specialisatie, die toch voornamelijk oudere collega’s kent. Tijdens het interview met TBV noemt hij het dan ook ontzettend wenselijk dat er nieuwe mensen komen die dit werk willen doen. ‘Gelukkig begint dat wel te komen, de interesse in stralingsbescherming groeit.’
Een geregistreerd bedrijfsarts kan als differentiatie stralingsarts kiezen. ‘Dat is een van de redenen waardoor deze groep zo klein is, want het aantal bedrijfsartsen is al niet hoog en het aandeel dat zich specialiseert hierin, is nog kleiner.’ Straling is een belangrijke gezondheidsfactor bij werk in een aantal sectoren, vertelt Van Steenkiste. ‘De ziekenhuizen vormen een aardig aandeel hierin, denk hierbij aan zorgpersoneel dat longfoto’s of scans maakt, maar ook aan mensen die direct aan tafel staan, zoals een interventieradioloog of cardioloog’, zegt hij. Een andere grote sector is de olie- en gasindustrie. ‘Daar zijn vaak radiografieexperts in dienst die bijvoorbeeld met straling meten of laswerk in pijpen intact is. Verder heb je ook nog de voedingsmiddelenindustrie en verpakkingsindustrie, waar kwaliteitscontrole wordt gedaan door middel van straling. En het scannen van koffers op luchthavens.’
Risico-inventarisatie en preventie
Medewerkers die in contact kunnen komen met straling worden opgedeeld in een A- en B-categorie. De eerste groep wordt het meest blootgesteld en krijgt jaarlijks een medische keuring, dit zijn bijvoorbeeld de eerdergenoemde radiologen of cardiologen. Voor beide groepen geldt dat risico-inventarisatie en preventie erg belangrijk is. Veel mensen denken bij stralingsrisico’s op het werk aan grote rampen, zoals een incident in een kernreactor. ‘Dat gebeurt gelukkig bijna nooit,’ zegt Van Steenkiste. ’99 procent van mijn werk gaat over langdurige blootstelling aan kleinere doses straling. Dan spreek je over risico’s op kanker op de lange termijn.’ Hoewel de kans op een ramp klein is, is de planning van nieuwe kerncentrales wel een bijkomende reden om in te zetten op groei van het aantal stralingsartsen, zegt hij. ‘Dat is een industrie waar veel straling bij komt kijken en hoewel we meer en meer willen inzetten op wind- en zonne-energie, zullen we de komende veertig jaar toch nog niet van kernenergie af zijn.’
’99 procent van mijn werk betreft blootstelling aan lage doses straling’
Van radiologie naar bedrijfsgeneeskunde
Van Steenkiste begon zelf in de radiologie. ‘Ik was radioloog in opleiding en dan word je natuurlijk al in de beginfase wegwijs gemaakt in de wereld van straling en stralingsbescherming’, zegt hij. ‘Iedere medisch specialist die in het ziekenhuis hiermee werkt, krijgt een cursus in gezond en veilig werken.’ Hij werkte ongeveer anderhalf jaar als aios-radiologie en stapte toen over naar de bedrijfsgeneeskunde. ‘Ik merkte dat ik in het ziekenhuis onvoldoende grip had op hoe ik zelf mijn loopbaan voor me zag. Het was meer ‘u vraagt, wij draaien’. Toen ik de overstap had gemaakt, zag ik dat de bedrijfsgeneeskunde echt een werkveld is waarin ik me kan ontplooien.’
Hoewel hij vanuit zijn achtergrond in de radiologie natuurlijk al wel interesse had in straling, had hij geen idee dat er binnen de bedrijfsgeneeskunde de mogelijkheid was om zich hierin te specialiseren. ‘En dat zie ik bij meer mensen,’ vertelt hij. ‘Veel van mijn collega’s buiten de bedrijfsgeneeskunde, maar ook vrienden en kennissen, hebben geen flauw idee wat een stralingsarts doet.’ Hijzelf was op zoek naar verdieping. En hij wilde graag medisch-technisch bezig zijn. ‘Daarnaast ben ik sterk geïnteresseerd in preventie. Het is heel lastig om daar tijd voor te vinden als bedrijfsarts.’ Nu hij zich vooral bezighoudt met stralingsbescherming, ligt dat anders. ‘Dat gaat eigenlijk in de kern om preventie. Als bij stralingsblootstelling curatief moet worden opgetreden, is het al te laat.’ Er zijn veel raakvlakken tussen stralingsbescherming en andere preventieve zaken die binnen de bedrijfsgeneeskunde spelen. ‘Het belangrijkste is het maken van een risico-inventarisatie. Daar bungelt het kopje straling in veel bedrijven onder gevaarlijke stoffen en fysische risico’s, je komt het daar vanzelf tegen.’
Toen hij als stralingsarts was geregistreerd, is Van Steenkiste overgestapt naar een andere werkgever. ‘Ik werkte altijd bij HumanCapitalCare, waar veel bedrijfsartsen in opleiding zitten. Uiteindelijk kwam ik bij Meditel, waar ik me uitsluitend vanuit de preventieve hoek kon bezighouden, waaronder stralingswerkzaamheden’, vertelt hij.
Opleiding tot stralingsarts
Om stralingsarts te worden, moet een bedrijfsarts een half jaar een dag per week een opleiding volgen. ‘Dat wordt op meerdere plaatsen aangeboden, ikzelf deed het bij de TU Delft, maar vrijwel elke universiteit biedt het aan.’ Dit najaar organiseert RADschool samen met de Universiteit Twente een scholingscyclus waarin je stralingsarts kunt worden (zoek op radboudumc.nl naar ‘opleiding tot stralingsarts’). Behalve algemene informatie over stralingsrisico’s en -bescherming is er dan aandacht voor de specifieke rol van de stralingsarts.
‘Heel lastig om als bedrijfsarts tijd te vinden voor preventie’
Van Steenkiste deed zijn scholing tussen andere stralingsdeskundigen die geen bedrijfsarts waren. ‘Ik was flink in de minderheid, ja. Het was een groep van vijftien mensen, waarvan ik de enige arts was. De anderen waren fysici of chemici. Zij hadden dit als module bij hun eigen opleiding.’ Volgens hem zou het fijn zijn als er meerdere artsen hetzelfde traject tegelijk bewandelen zoals dat bij RADschool kan. ‘Dan kun je toch samen nadenken over wat bepaalde informatie die je krijgt betekent voor je rol als arts.’
Risicocommunicatie
Om te laten zien wat hij zoal doet, geeft hij een voorbeeld: ‘Een klant had een stralingsincident, zoals dat heet. Het was een bedrijf dat verpakkingsmateriaal maakte en straling gebruikte om te meten of de verpakking overal even dik en stevig was,’ vertelt hij. ‘Bij het bekijken van beelden kwam de werkgever erachter dat de loodomhulling van de machine niet goed was en zelfs deels openstond. Hierbij waren de werknemers dus blootgesteld aan straling.’ Het vervelende aan straling is, zo stelt Van Steenkiste, dat je het niet hoort, ziet of ruikt. ‘Ze waren dus ongemerkt blootgesteld, zo’n twee uur lang.’ Op zo’n moment wordt de stralingsarts ingeschakeld om te bekijken wat de schade kan zijn, maar ook voor risicocommunicatie. ‘Dat vind ik zo mooi aan dit vak en dat is ook een link met de bedrijfsgeneeskunde. Een medewerker die is blootgesteld aan straling, maakt zich zorgen en ik ga dan met diegene in gesprek.’ Daar komt veel rekenwerk bij kijken, zegt hij. ‘Dat is het nerdy deel. Je gaat rekenen met hoe lang iemand is blootgesteld, wat de dosis was. Daar gebruik je formules en grafieken voor,’ vertelt hij. ‘Dat is de basis voor het gesprek dat je hebt. Ik kan dan bijvoorbeeld zeggen: U heeft een uur daar gestaan, de hoeveelheid straling die u heeft ontvangen is ongeveer gelijk aan een halve longfoto. Dat in perspectief plaatsen, kan de medewerker geruststellen.’
Nuanceren
Straling is iets dat mensen eng vinden. ‘Je moet werknemers dan vaak afremmen, zij hebben vaak de perceptie dat een incident rampzalig is, maar vaak kun je dat nuanceren.’ Dat is een verschil met het werk van een reguliere bedrijfsarts, zegt hij. ‘Daar ben je vaak mensen bewust aan het maken. Je zegt dat ze moeten opletten. Ik ben vaak juist aan het geruststellen.’ Maar zoals gezegd begint het werk in het algemeen veel eerder dan bij een incident. ‘Het is belangrijk om met de werkgever te praten over risico’s en preventie,’ zegt Van Steenkiste. ‘Als je daarop verder bouwt, moet je denken aan een preventief medisch onderzoek. Dat wil je natuurlijk baseren op het specifieke arbeidsrisico.’
Energieke dosis en gezondheidseffecten
Die risico’s zijn bij straling dus vooral voor de lange termijn. ‘Dat is omdat de blootstelling vaak plaatsvindt met een lage totale energieke dosis, zoals we dat noemen, die onvoldoende energierijk is om meteen al klachten te geven,’ zegt hij. Bij de 1 procent van de gevallen waarbij de straling wel zo groot is dat er direct klachten optreden, is de energie dusdanig hoog dat mensen een rode huid krijgen, misselijk worden en braken.
Op dit moment is er veel aandacht voor de risico’s van straling voor de ooglens. ‘Mensen die met straling werken en langdurig worden blootgesteld, hebben meer kans op staar,’ zegt hij hierover. Nederland doet het op het gebied van preventie best goed, volgens hem. ‘We hebben zeker niet alles in beeld, helaas zijn er nog werkgevers die in hun risico-inventarisatie niet goed in kaart hebben gebracht met welke bronnen ze werken, aan welke stoffen mensen worden blootgesteld. Daar is sprake van achterstallig werk, maar er gaat ook veel goed.’
Zo hebben we een landelijk meetnet en zouden we er snel bij zijn als er bijvoorbeeld een radioactieve wolk over het land zou trekken. Ook dragen werknemers in Nederland allemaal een stralingspaspoort en wordt centraal vastgelegd wat de blootstelling is.
‘In het ziekenhuis werken mensen met loodschorten en dragen ze een persoonlijke badge bij zich die gedurende de hele loopbaan meet wat de cumulatieve dosis is, ook als ze van werkgever wisselen.’
Dat monitoren is niet in elke sector zo goed geregeld. Vanwege de lange latentietijd, soms wel veertig of vijftig jaar, is het lastig om mensen te blijven volgen. ‘Als werknemers bijvoorbeeld van arbodienst of werkgever wisselen, dan raken ze bij de bedrijfsarts uit beeld. Het is heel lastig voor ons om die van begin tot het eind te volgen.’ Er is dan ook behoefte aan meer studies die mensen langdurig volgen, zoals bijvoorbeeld in Amerika wel is gebeurd voor personeel van kerncentrales en de kernwapenindustrie.
‘Het in perspectief plaatsen van de blootstelling kan de medewerker geruststellen’
Stralingsarts worden, misschien iets voor jou?
Van Steenkiste hoopt dat meer mensen geïnteresseerd raken in het vak van stralingsarts. ‘Het levert mij veel op. Juist omdat de kennis op dit gebied zo schaars is bij veel mensen, vinden zij het ontzettend prettig om met iemand te kunnen schakelen die er iets zinnigs over kan zeggen. Je kunt mensen heel erg helpen,’ vertelt hij. Het vraagt vanzelfsprekend ook dingen van de bedrijfsartsen die dit werk willen gaan doen. ‘Je moet van rekenen houden, bijvoorbeeld.’ Ook kost het natuurlijk extra tijd en inspanning om je hierin te scholen. ‘Dat klopt, maar ik vind de verdieping en het medisch-technisch bezig zijn dat helemaal waard.’
Als mensen geïnteresseerd zijn, mogen ze dan ook zeker contact met Rick van Steenkiste opnemen om eens mee te lopen of vragen te stellen over het werk. Dit kan door een mailtje te sturen aan: rickvansteenkiste@gmail.com.