De regeling TSB (tegemoetkoming stoffengerelateerde beroepsziekten) is sinds 1 januari 2023 van kracht. Werkenden die ziek zijn geworden door het werken met schadelijke stoffen kunnen dan een éénmalige tegemoetkoming aanvragen van €22.839. Vooralsnog geldt de regeling TSB voor drie beroepsziekten: longkanker door asbest, allergisch beroepsastma en chronische encefalopathie door oplosmiddelen (CSE of schildersziekte). Een nadere toelichting op deze ziekten lees je hier.
De invoering van de regeling TSB zal ook zijn effecten hebben op de dagelijkse werkzaamheden van de bedrijfsarts. Daarbij zullen naar verwachting werknemers én werkgevers inhoudelijke vragen hebben over de regeling en hoe de procedure verloopt. Het is in de praktijk dus van belang om op de hoogte te zijn van de inhoudelijke aspecten van deze regeling en de ontwikkelingen rondom het Lexces.1,2
In dit artikel geven we een praktisch overzicht van belangrijke aandachtspunten. Voor een volledige beschrijving van de regeling TSB is de publicatie in de Staatscourant te raadplegen (zie ook het kader ‘Belangrijke informatie’ verderop).
Inhoudelijke aspecten
Vooralsnog zal de regeling TSB gelden voor de volgende drie beroepsziekten; longkanker door asbest, allergisch beroepsastma en CSE. Andere stoffengerelateerde beroepsziekten zullen later nader uitgewerkt gaan worden. Werkenden die één van bovenstaande diagnoses hebben ontvangen van hun behandelaar kunnen zich aanmelden bij het Instituut Slachtoffers Beroepsziekten door Gevaarlijke stoffen (ISBG, zie kader hieronder).
Belangrijke informatie
1. Voor meer details en juridische kaders van de regeling TSB, zie publicaties in de Staatscourant: zoek.officielebekendmakingen.nl/staatscourant/stcrt-2022-31978.html én ook zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023- 46.html#d17e546.
2. Voor meer informatie over de procedure, raadpleeg de website van het Instituut Slachtoffers Beroepsziekten door Gevaarlijke stoffen (ISBG): .
3. Voor de beoordeling of er sprake is van een stoffengerelateerde beroepsziekten wordt waar mogelijk het arbeidsgeneeskundig dossier opgevraagd.
4. Zet in op meer preventie van stoffengerelateerde beroepsziekten door gebruik van de arbobeleidscyclus.
Bij aanmeldingen worden de volgende voorwaarden gesteld, de werknemer:
Heeft een ziekte die onder de TSB-regeling valt.
Heeft de diagnose gekregen van een medisch specialist of bedrijfsarts.
Is (aannemelijk) ziek geworden omdat deze met gevaarlijke stoffen heeft gewerkt.
Het maakt daarbij niet uit of de patiënt in loondienst of als zelfstandige zonder personeel heeft gewerkt.
Werkt in Nederland of heeft in Nederland gewerkt.
Heeft een arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht die onder de Nederlandse wet valt.
Heeft nog geen vergoeding gehad van de werkgever of opdrachtgever. Indien er wel sprake is van een vergoeding van de werkgever of opdrachtgever die minder is dan het bedrag van de tegemoetkoming volgens de TSB-regeling, dan heeft de werknemer recht op het verschil tussen beide bedragen.
Heeft geen tegemoetkoming ontvangen van de overheid voor een andere beroepsziekte.
Na aanmelding zal een medewerker van het ISBG een huisbezoek afleggen om het arbeidsverleden en de mogelijke blootstelling in kaart te brengen. Daarnaast zal het medische dossier opgevraagd worden om een bevestiging te krijgen van de medische diagnose.
Arbeidsgeneeskundig dossier
Verder wordt waar mogelijk ook het arbeidsgeneeskundige dossier opgevraagd. Dit laatste zal met name een rol spelen bij werknemers die zich melden met de beroepsziekte allergisch beroepsastma, omdat het overgrote deel van deze groep zich nog in de werkzame leeftijd bevindt. Dit in tegenstelling tot werkenden met longkanker door asbest of CSE die vooral de pensioengerechtigde leeftijd al zullen hebben bereikt.
Bij allergisch beroepsastma zal het medische dossier dienen ter bevestiging van de diagnose astma en waar mogelijk ook al de beroepsziektediagnose allergisch beroepsastma. De beroepsziektediagnostiek wordt echter vaak niet binnen de curatieve sector uitgevoerd, omdat de relatie met het werk niet altijd wordt gelegd. Juist bij dit ziektebeeld kan het arbeidsgeneeskundig dossier en de arbeidsgeneeskundige analyse van belang zijn om tot een oordeel te komen over het werkgerelateerde aspect, zoals dat ook geduid wordt in de vigerende richtlijnen.3-5 Het gaat daarbij om de bevindingen uit de arbeidsanamnese, een beschrijving van het beloop, piekstroommetingen in de werkomgeving en daarbuiten, de afwegingen rondom een mogelijke relatie met de werkomgeving en het uitzoeken van oorzakelijke factoren. Ook overleg met andere deskundigen en behandelaren zoals de huisarts, longarts en waar nodig ook de arbeidshygiënist zijn daarin van belang.
De opgevraagde informatie zal samen met het door het ISBG opgestelde rapport blootstelling door arbeid aangeleverd worden aan een deskundigenpanel dat uiteindelijk tot een oordeel komt of er sprake is van een ernstige stoffengerelateerde beroepsziekte. Indien hiervan sprake is zal via het SVB de uiteindelijke tegemoetkoming worden toegekend.
Mogelijke gevolgen
Vanuit werkgevers zal er welllicht met name aandacht zijn voor mogelijke gevolgen van deze regeling in de praktijk. Wat als iemand een financiële tegemoetkoming krijgt, kunnen de kosten daarvan verhaald worden op de werkgever? Kunnen werknemers hierna ook nog een juridische procedure starten?
Het is daarbij voor werkgevers goed om te weten dat de regeling TSB losstaat van (erkenning van) de aansprakelijkheid van een werkgever of opdrachtgever. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de TAS-regeling (tegemoetkoming asbestslachtoffers) waarbij de werknemer verplicht is de (oud-) werkgever aansprakelijk te stellen en waarbij het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) bemiddelt met de (oud-)werkgever of diens verzekeraar over een schadevergoeding.
Wel blijft het mogelijk voor de werknemer om alsnog een civiele procedure te starten.
Stimulans voor werkgevers
De regeling TSB zal hopelijk met name ook een stimulans zijn voor werkgevers, bedrijfsartsen en arbeidshygiënisten om nog meer in te zetten op een veilige en gezonde werkomgeving én preventie van beroepsziekten.
Het zou mooi zijn als de meestvoorkomende vraag van de werkgever zou zijn: Hoe kan ik als werkgever stoffengerelateerde beroepsziekten voorkómen en hoe kunt u als bedrijfsarts mij hierbij helpen? Gebruik de arbobeleidscyclus als uitgangspunt en kijk samen met de werkgever nog eens kritisch naar de samenwerking en het beleid.
Is de RI&E opgesteld en ook volledig? Is er aandacht voor gevaarlijke stoffen? Is er een plan van aanpak en wordt dit ook nageleefd? Is de RI&E opgesteld door een deskundige (arbeidshygiënist) met voldoende kennis van zaken?
Wordt de bedrijfsarts ook echt ingezet op preventie van beroepsziekten? Kan deze zijn preventieve rol oppakken?
Wie is er binnen het bedrijf verantwoordelijk voor preventie en kan die zijn rol pakken?
Is er kennis nodig van een specifieke arbodeskundige zoals de veiligheidskundige of arbeidshygiënist?
Worden werknemers voorgelicht over de mogelijke gevaren en krijgen zij een periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO) aangeboden?
Referenties
1. Commissie-Heerts. Commissie vergemakkelijking schadeafhandeling beroepsziekten: stof tot nadenken: stap vooruit, maak werk van preventie en erkenning. 2020: Den Haag.
2. Wijntjens G, et al. Lexces verzamelt wetenschappelijke kennis. Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde, 2022. 30(7): p. 27-31.
3. NVAB-richtlijn Astma COPD. 2019.
4. Nederlandse Vereniging voor Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT). Richtlijn Werkgerelateerd astma. 2016.
Dr. Monique Derikx (bedrijfsarts) en prof. dr. Henk van der Molen (hoofd) zijn verbonden aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten, Afdeling Public and Occupational Health, Amsterdam UMC, Amsterdamm.h.m.derikx@amsterdamumc.nl
Dr. Sanja Kezic, senior-onderzoeker en universitair docent, Afdeling Public and Occupational Health, Amsterdam UMC, Amsterdam
Prof. dr. Frederieke G. Schaafsma, hoofd Polikliniek Mens en Arbeid, Afdeling Public and Occupational Health, Amsterdam UMC, Amsterdam
Mede namens het Consortium Lexces: • drs. Herman Bartstra • dr. Aafje van der Burght • prof. dr. ir. Dick Heederik • drs. Sophia Franklin • drs. Gerda de Groene • drs. Yolande van Kampen • prof. dr. ir. Hans Kromhout • drs. Gert van der Laan • dr. Nicole Palmen • dr. Susan Peeters • drs. Willem-Pieter Piebenga • dr. Jos Rooijackers • dr. Jolanda Rijnkels • drs. Koen Verbist • dr. Jolanda Willems • dr. Gilbert Wijntjens.