Het gesprek ondersteunt idealiter een valide beoordeling van door ziekte beperkte mogelijkheden om te functioneren, in een relatie van empathie met voldoende distantie en waarmee aan menselijke tekorten in de oordeelsvorming tegenwicht wordt geboden. De argumenten voor de aanbevelingen in het MBG zijn:
-
Juridisch (inzake een eerlijk proces: introductie, claim en argumenten ervoor van de cliënt, samenvattingen, conclusie in relatie tot de claim en de argumenten ervoor door de dokter, check op de volledigheid van claim en argumenten door de dokter);
-
Medisch (over het leggen van het verband tussen beperkingen en stoornissen, gestoorde autonomie, in claimklachten, verweer, ziektegeschiedenis e.a.);
-
Relationeel (over het bewaren van goed contact / mensen serieus nemen en activeren: ze verantwoordelijkheid laten nemen voor hun gedrag tijdens een semigestructureerd gesprek over verantwoording van niet-werken: introductie, claim, samenvattingen, bevorderen van acceptatie van de conclusie);
-
Methodologisch (over de aard van het te onderzoeken object en de passende methode van onderzoek: eerst de claim en daarna de toetsing);
-
Cognitief-psychologisch (bevorderen dat de verkregen informatie zo min mogelijk vervorming en ruis bevat en ter zake is: gebruikmakend van een semi- gestructureerd interview).
Methodologie van de claimbeoordeling volgens het MBG
Oordeelsvorming: cognitief-psychologische overwegingen
MBG in cognitief-psychologisch perspectief
Wat betekenen bovenstaande inzichten voor de beoordeling door de verzekeringsarts met het MBG?
1. Geef een introductie over het wie, wat en waarom en ook over het hoe van het te voeren gesprek: de agenda over hoe het onderzoek wordt uitgevoerd. Dat reduceert spanning en bevordert de medewerking van cliënt aan het gesprek. En dat vermindert de kans op defensieve reacties (systeem 1) bij de cliënt. Getoond wordt dat er een eerlijk en open proces gevoerd wordt (framing). Vermijd jargon, vooral in de start.
2. Stel rustig korte eenduidige vragen ter vermijding van substitutie van de vraag door een meer eenvoudige vraag (systeem 1). Emoties storen het overwegen van antwoorden en rust in het gesprek kan dat tegengaan. Als iemand zelf niet goed heeft stilgestaan bij de eigen mogelijkheden kan dat ertoe leiden te antwoorden dat er totaal geen mogelijkheden zijn.
3. Begin met vaststellen van werk, claim en claimklachten. Aannemend dat de cliënt de eigen situatie het best kent, ligt het voor de hand de beschrijving van de eigen ervaring als startpunt te nemen en die beschrijving (de claim en alle claimklachten) te toetsen. Zodoende wordt een voor de beoordeling betrekkelijk veilig startpunt ingevoerd, omdat dat wat moet worden getoetst, expliciet in het gesprek is gebracht, zo min mogelijk besmet door andere informatie. Het risico, dat de beoordelaar zich laat leiden door de eigen eerste indruk (anchoring) wordt hierdoor verminderd.
4. Houd de inventarisatie van claim en claimklachten in het heden (tegen hindsight bias). Klachten en gedragingen kunnen beter worden beschreven en vervolgens worden getoetst in de actualiteit dan klachten en gedragingen in het verleden. Mensen bouwen hun beelden over verleden en heden als een coherent geheel (systeem 1). Het bespreken van voorgeschiedenis of medische geschiedenis vóór de claim en de claimklachten kan ertoe leiden dat de laatsten door de eersten worden gekleurd. Dat kan er toe leiden dat de claimklachten vager worden.
5. Gebruik een structuur (grotendeels vaste vragen) om volledigheid te garanderen, tunnelvisie, confirmation bias en anchoring tegen te gaan en het oordeel op te schorten tot het eind. Ook fluctuaties binnen de verzekeringsarts, bijvoorbeeld door wisselende stemming of energieniveau, worden tegen gegaan met structuur.
6. Rubrieken ter toetsing van claim en claimklachten zijn uitwerkingen van de structuur, met vaste vragen over één aspect, die gericht worden ingezet. Rubrieken bevorderen de efficiëntie doordat ze expliciet, gericht en bewust informatie verzamelen mogelijk maken. Niet minder dan nodig, maar ook niet meer. Rubrieken zijn bijvoorbeeld: ziektegeschiedenis, verdere gezondheid, motivatie, eigen ziekteleer, dagverhaal, levensgeschiedenis. Rubrieken gaan ongerichte informatie tegen, welke een bron van ruis kan zijn.
7. Ondersteun de reflectie bij de cliënt en de verzekeringsarts met samenvattingen. Deze activeren het gebruik van systeem 2, zowel bij de cliënt als bij de dokter.
8. De essentie van het MBG, dat we de veronderstellingen welke automatisch ontstaan bij de inventarisatie van claim en claimklachten later in het gesprek toetsen via meerdere vastliggende toetsvragen, vermindert de kans op vervormingen, gegenereerd door het (ervaren maar ook overmoedige) systeem 1.
De menselijke maat van de beoordelaar
Conclusie: onderzoek is dringend gewenst
Referenties
1. Boer WEL de, Duin JA, Herngreen H. Handleiding Methodisch Beoordelingsgesprek. 1997 NSPH.
2. Borland R. CEOS Theory: A comprehensive approach to understanding hard to maintain behaviour change. Applied Psychology: Health and Well-Being, 2017, 9 (1), 3-35.
3. Kahneman D. Ons feilbare denken, 2010, Business Contact.
4. Kahneman, Sibony en Sunstein. Ruis. 2021 Nieuw Amsterdam.
5. Koppen PJ van. De ijzeren regels van goud bewijs: Over rechtspsychologie en een eerlijk strafproces. 2022 Afscheidsrede VU.
6. Meerendonk H van de, Klein J. De diagnostische fout, 2012 Medisch Contact 1648-1651.
7. Spanjer J. De belastbaarheidsgerichte beoordeling, 2000 Lisv.
8. Lisv-standaard Onderzoeksmethoden, 2000.
Kader 1: het methodisch beoordelingsgesprek, MBGHet MBG is een semigestructureerd vraaggesprek, dat na een specifieke introductie start met de bespreking van het laatste werk, meteen gevolgd door de actuele claim, argumenten ervoor (m.n. alle claimklachten welke de client ervaart), en het verweer. In dit deel van het gesprek vormt de verzekeringsarts veronderstellingen omtrent realiteit en ernst van de beperking, welke worden getoetst middels vooraf gedefinieerde rubrieken van vragen (Ander werk; Motivatie; Ziektegeschiedenis; Eigen ziekteleer; Verdere gezondheid; Verandering van persoon en intellect; Toekomst; Life Events; Dagverhaal; Levensgeschiedenis). De antwoorden van de cliënt en de manier waarop deze worden gegeven, bepalen waar en hoe de diepte in wordt gegaan.
Het stellen van vragen wordt afgewisseld met het geven van samenvattingen met de mogelijkheid voor de cliënt om daarop te reageren. Na de slotsamenvatting wordt nagegaan of alle voor de cliënt relevante zaken aan de orde zijn geweest.
Indien dat het geval is volgt de slotconclusie, welke na een kort verwerkingsmoment wordt gevolgd door de argumentatie ervoor.
|
Kader 2: valkuilen in de oordeelsvormingHet menselijke denken kan worden begrepen middels de metafoor van twee systemen: • systeem 1: werkt snel, weinig kritisch en moeiteloos.
• systeem 2: werkt langzaam, kritisch en met inspanning.
Mensen maken, in het algemeen, automatisch gebruik van systeem 1 en bezitten enige controle over het inzetten van systeem 2 .
Het gebruik van systeem 1 brengt een aantal valkuilen met zich mee: systematische (biassen) en onsystematische (ruis: ‘de ongewenste variabiliteit in beoordelingen van identieke problemen’).
Enige soorten van bias:
• confirmation bias: de neiging om aandacht en waarde te hechten aan informatie die de eigen ideeën, overtuigingen of hypotheses bevestigt.
• anchoring: de neiging om beslissingen te nemen, welke geleid worden door de eerste informatie dat we zien of horen. Zelfs als deze referentie helemaal niet relevant is voor het onderwerp.
• hindsight bias: een gebeurtenis lijkt achteraf voorspelbaarder, dan toen deze plaatsvond. De gebeurtenis lijkt, terugkijkend, ook verklaarbaar en logisch.
• availability bias: de neiging om te denken dat dingen/gebeurtenissen die je snel kunt voorstellen, ook daadwerkelijk vaker voorkomen.
• framing: het bewust gebruiken van woorden en/of beelden, die positieve of negatieve associaties kunnen oproepen. (U bent ziekgemeld.)
|