Arbeidsmiganten laten vaak veel veerkracht zien. Ze komen naar Nederland om te werken en een goed bestaan op te bouwen. Toch vormen zij ook een kwetsbare groep werkenden, die vaak in de schaduw van reguliere regelingen leven en werken. Hun bestaanszekerheid kan bedreigd worden vanwege hun precaire positie.
Veelal worden de huisvesting en zorgverzekering van arbeidsmigranten geregeld door hun werkgever, waardoor ze afhankelijk worden van deze relatie. Ook hebben zij vaak weinig tot geen kennis van het arbeidsrecht in Nederland en beperkt of geen toegang tot de bedrijfsarts. Deze situatie maakt hen extra vatbaar voor uitbuiting en gezondheidsrisico’s.
Dit artikel is een initiatief van de Werkgroep Arbeidsmigranten, opgericht vanuit de beroepsverenigingen KAMG, NVAB en NVVG. De werkgroep richt zich op het borgen van de (arbeids-)gezondheid en het welzijn van deze groep werkenden en hun kinderen. Hier analyseren we aan de hand van een casus hoe de bestaanszekerheid van arbeidsmigranten bedreigd kan worden. De casus is samengesteld aan de hand van onze ervaringen. We bekijken de dreiging van de bestaanszekerheid vanuit verschillende perspectieven binnen de sociale geneeskunde, om een zo compleet mogelijk beeld te schetsen van de problematiek. Zo komen we tot gerichte aanbevelingen voor het waarborgen van de bestaanszekerheid en gezondheid van arbeidsmigranten.
Casus Dragos en Sorina
Dragos H., een 37-jarige man uit Roemenië, werkt sinds een half jaar in de Nederlandse vleesverwerkingsindustrie via een uitzendbureau. Zijn vrouw, Sorina H., 33 jaar, werkt in een groot warehouse. Het echtpaar heeft twee kinderen van 8 en 10 jaar oud. Dragos en Sorina werken beiden 10 uur per dag in wisselende diensten. Ze wonen via Dragos’ werkgever in een stacaravan. ‘s Nachts is er regelmatig ruzie en herrie. Dragos en Sorina worden met busjes vervoerd naar hun werk. Ze voelen zich vaak somber. Hun kinderen moeten meestal zichzelf redden voor en na schooltijd. Ze zien er moe uit en spreken weinig Nederlands. Ze merken dat de spanningen tussen hun ouders soms oplopen en missen het leven van vroeger.
Op een dag voelt Dragos zich ziek en koortsig. Hij neemt paracetamol en gaat aan het werk. Hij weet dat bij ziekmelding zijn arbeidsovereenkomst met het uitzendbureau per direct eindigt en dat het gezin dan de woonplek zal verliezen. Het uitzendbeding in zijn contract maakt het namelijk mogelijk om bij het stoppen van de werkopdracht – bijvoorbeeld wegens ziekte – ook de arbeidsovereenkomst te stoppen. Op de vierde dag dat hij ziek aan het werk is, valt hij flauw. Hierop wordt hij naar de stacaravan gebracht. Zijn contract eindigt. Binnen een week moet het gezin de caravan verlaten. Dragos heeft geen zorgverzekering meer.
Diezelfde dag verschijnen er rode vlekjes op zijn huid: Dragos heeft mazelen. Van het gezin is alleen Sorina gevaccineerd tegen mazelen. Het gezin is niet ingeschreven bij een huisarts. De kinderen worden ’s avonds ook ziek. Sorina brengt hen de volgende dag toch naar school. Ze weet niet wat ze anders moet doen. Op school ontstaat paniek als bekend wordt dat de vader van de kinderen mazelen heeft.
‘Op school ontstaat paniek als bekend wordt dat de vader van de kinderen mazelen heeft’
Sociaalgeneeskundige perspectieven
De sociale geneeskunde omvat de disciplines bedrijfsgeneeskunde, verzekeringsgeneeskunde en Maatschappij + Gezondheid, met bij de laatste als profielen en aandachtsgebieden onder meer jeugdgezondheidszorg, infectieziektenbestrijding en ondersteuning van dak- en thuislozen. Vanuit deze sociaalgeneeskundige perspectieven beschouwen we de casus van Dragos en Sorina.
Infectieziektebestrijding (IZB):
Mazelen is een zeer besmettelijke en meldingsplichtige infectieziekte. Na een melding verricht de afdeling Infectieziektebestrijding van de GGD bron- en contactonderzoek. Dragos heeft met veel verschillende collega’s samengewerkt. Dat bevordert besmetting, evenals het groepsvervoer met busjes. Via tussenpersonen bij de werkgever, het uitzendbureau en de arbodienst moet duidelijk worden met hoeveel en welke mensen er contact is geweest, en of zij beschermd zijn via vaccinatie of door een eerdere infectie met mazelen. Indien nodig kunnen contacten bescherming ontvangen via een vaccinatie of immunoglobulinen. Informatie verzamelen is een tijdrovend proces doordat contact vaak verloopt via tussenpersonen, arbeidsmigranten moeilijk traceerbaar zijn en door taalproblemen. En snelheid is cruciaal. De seroprevalentie van antistoffen tegen mazelen voor mensen uit Roemenië is relatief laag. In korte tijd kan een uitbraak van mazelen ontstaan onder arbeidsmigranten en zich verder verspreiden.
Jeugdgezondheidszorg (JGZ):
De twee kinderen van Dragos en Sorina behoren tot de minstens 60.000 kinderen van arbeidsmigranten die in Nederland woonachtig zijn. Omdat deze kinderen naar school gaan, is de jeugdgezondheidszorg bij het gezin betrokken. Dit is vermoedelijk niet bij alle kinderen van arbeidsmigranten het geval – een deel van hen blijft onder de radar. De JGZ kijkt breed naar de gezondheid en ontwikkeling van de kinderen. Veel kinderen van arbeidsmigranten ontwikkelen zich goed. Wel hebben zij meer kans dan kinderen in vergelijkbare sociaaleconomische omstandigheden om bijvoorbeeld leerachterstanden, een sociaal isolement, overgewicht en bewegingsarmoede te ontwikkelen. Bij dit gezin houdt de jeugdarts extra vinger aan de pols vanwege de vele kwetsbaarheden. De afdeling Infectieziektebestrijding betrekt de jeugdarts bij het bron- en contactonderzoek op school, dit ook vanwege de onrust die is ontstaan.
Bedrijfsgeneeskunde:
De arbeidsomstandigheden van veel arbeidsmigranten worden wel omschreven als DDD: dirty, dangerous and degrading. In de vleesindustrie gaat het bijvoorbeeld om zwaar fysiek werk als uitsnijder boven schouderhoogte, waarbij je zeven maal per minuut dezelfde snijbeweging maakt, bij een binnentemperatuur van vijf graden Celsius in een vochtige, lawaaiige en donkere omgeving. Laagopgeleide arbeidsmigranten hebben vaak geen toegang tot een bedrijfsarts of zij zijn niet op de hoogte van de mogelijkheden. Meestal ontbreekt controle op de arbeidsomstandigheden in relatie tot gezondheid, terwijl de Arbowetgeving van toepassing is op alle werknemers. Zowel het inlenende bedrijf als het uitzendbureau zijn verantwoordelijk voor veiligheid en gezondheid op het werk. Een bedrijfsarts kan dat ondersteunen. Zoals Dragos ervaren meer arbeidsmigranten druk om zich niet ziek te melden. Dit kan nadelige consequenties hebben voor hun eigen gezondheid en die van anderen, bijvoorbeeld door verhoogd risico op bedrijfsongevallen.
Ondersteuning van dak- en thuislozen:
Dakloosheid dreigt voor het gezin. Het gezin komt mogelijk in aanmerking voor hulp vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) als Dragos zijn arbeidsverleden kan aantonen en middelen van bestaan heeft in Nederland, zoals een ziektewetuitkering. Voor dat laatste is het van belang dat hij zich inschrijft bij het UWV. Echter, bij beoordeling vanuit de Wmo worden ook EU-arbeidsmigranten vaak automatisch gezien als ‘niet-rechthebbend’, wat het verkrijgen van steun bemoeilijkt. Hoewel er sinds kort een checklist voor gelijke behandeling is, wordt deze nog niet overal toegepast. Daarnaast maakt een mazelenbesmetting het moeilijk om snel een opvangplek te vinden in een reeds overbelast systeem. Bij verlies van de zorgverzekering worden arbeidsmigranten voor medische zorg afhankelijk van de CAK-regeling voor onverzekerden. Via deze regeling worden zorgkosten vergoed. Soms bestaat echter verwarring bij zorgverleners over de mogelijkheid om zorgvragers een aanbetaling van enige honderden euro’s te vragen. Dat is toegestaan, maar een aanbetaling mag niet als voorwaarde worden gesteld. Bij zorgvragers werpen de geruchten over aanbetalingen een drempel op, waardoor zij mogelijk niet tijdig medische hulp zoeken en risico lopen op complicaties.
‘De casus illustreert hoe kwetsbaar de migrant is zodra zijn gezondheid in gevaar komt’
Verzekeringsgeneeskunde:
Dragos heeft zich ziekgemeld bij het uitzendbureau. Dat doet een ziekmelding bij UWV, want Dragos valt onder het ‘vangnet’ Ziektewet. Een verzekeringsarts van UWV zal een beoordeling doen als herstel op zich laat wachten. In dit geval is een langdurige verzuimperiode niet geheel uitgesloten, vanwege mogelijke complicaties en de moeilijke psychosociale omstandigheden. De verzekeringsarts beoordeelt de beperkingen en de mogelijkheden en adviseert over (medische) ondersteuning gericht op re-integratie. Gedurende het verzuim- en re-integratieproces werkt de verzekeringsarts nauw samen met de re-integratiebegeleider en de sociaal-medisch verpleegkundige. Het is cruciaal maximaal in te zetten op re-integratie om afhankelijkheid van een uitkering te voorkomen.
Conclusie
De casus van dit gezin illustreert hoe kwetsbaar arbeidsmigranten zijn wanneer hun gezondheid in gevaar komt. Zij lopen de kans onmiddellijk hun werk te verliezen en daarmee vaak ook hun huisvesting en zorgverzekering. Hun bestaanszekerheid staat dus bijna voortdurend onder druk. Sociaalgeneeskundigen kunnen op verschillende manieren betrokken raken. In deze casus bijvoorbeeld kan de bedrijfsarts een rol spelen bij het verbeteren van arbeidsomstandigheden, is de verzekeringsarts betrokken bij de toegang tot het vangnet en re-integratieondersteuning, ondersteunt de jeugdarts kwetsbare kinderen en gezinnen en vervult de arts infectieziektebestrijding een cruciale rol om uitbraken, zoals mazelen, in te dammen.
Literatuur
1.KBA Nijmegen. Arbeidsmigranten in Nederland, 2023. Onderzoek in opdracht van de ABU en NBBU. Lijnden, abu.nl.
2.Straatdokters en SEH-artsen roepen Tweede Kamer op: ‘Regel de zorgverzekering van arbeidsmigranten’. Medisch Contact; 30 april 2024.
4.Goorts I, Smal E. Zorg(en) voor arbeidsmigranten. Utrecht: Pharos; april 2022. pharos.nl/kennisbank/zorgen-voor-arbeidsmigranten/
5.Rijksoverheid – Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten. Geen tweederangsburgers. Aanbevelingen om misstanden bij arbeidsmigranten in Nederland tegen te gaan. Den Haag: Rijksoverheid; 30 oktober 2020.
6.Cremers J. Hoe denken arbeidsmigranten over gezondheid en zorg in Nederland? Het Kenniscentrum Arbeidsmigranten; oktober 2021 (revisie in november 2021).
7.De Lange T, Böcker A, Beckers P, et al. Migranten in de frontlinie. De effecten van COVID-19 maatregelen op arbeidsmigranten werkzaam in cruciale sectoren. Nijmegen: Radboud Universiteit/De Burcht; 2023.
8.Van Wieringen J, Tuk B. Zorgen om kinderen uit Midden- en Oost-Europese EU-landen. Utrecht: Pharos; januari 2020.
9.Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Mazelen bij arbeidsmigranten. Bijlage bij de Mazelen-richtlijn. Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI) – RIVM; oorspronkelijk vastgesteld op 9 juni 2020.
10.Seidler Y, Ham A, Van der Schans K, et al. Kwetsbaarheid en veerkracht. Kinderen van EU-arbeidsmigranten. Rotterdam/Den Haag: Erasmus Universiteit Rotterdam/Risbo/Haagse Hogeschool; november 2023.
Aanbevelingen
Versterk de samenwerking in de sociale geneeskunde door een e-learning op te zetten over de wijzen waarop sociaalgeneeskundigen te maken kunnen krijgen met arbeidsmigranten, hun handelingsmogelijkheden en relevante wet- en regelgeving. Gebruik deze e-learning in opleiding en bij- en nascholing. Stel daarnaast een praktische sociaalgeneeskundige handreiking op. Goede kennis van elkaars expertise verbetert de samenwerking en vergroot de impact op infectieziektenpreventie, gezond en veilig werken en gezond en veilig opgroeien.
Versterk ook de samenwerking met beleidsmakers, uitzendbureaus, onderwijs, zorg en met ngo’s zoals zoals Pharos, de Johannes Wier Stichting en Dokters van de Wereld.
Onderzoek met kennisinstellingen de woon-, werk- en leefomstandigheden van arbeidsmigranten, met oog voor lokale en regionale verschillen en nieuwe ontwikkelingen.
Maak (subsidie)regelingen voor onverzekerden helder en eenvoudig, zodat zorgverleners zonder belemmeringen noodzakelijke zorg aan migranten kunnen bieden. Implementeer de checklist gelijke behandeling voor daadwerkelijke toegang tot zorg en ondersteuning.
Zet de lobbykracht van artsen in om misstanden aan te kaarten en náást mensen in een kwetsbare positie te gaan staan. Benadruk de veerkracht van arbeidsmigranten; voorkom stigmatisering. Zet in op kleine maar effectieve verbeteringen via beleid, regelgeving en onderzoek en benut ‘windows of opportunity’ in de politiek.
▶ dr. Karine van ’t Land is arts Maatschappij + Gezondheid, voorzitter van beroepsvereniging KAMG en academic lead bij de Aletta Jacobs School of Public Health/RUG, Utrecht k.vantland@kamg.nl
Ook werkten mee:
▶ dr. Marieke Wijffelsde Groot, drs. Ewa Dijkman, dr. Elza, Zijlstra, drs. Susanne Klijn, drs. Carla, Hugen-Torenhout, drs. Henk van, Schie, drs. mr. Eric van der Jagt, dr. Birgit Donker en drs. Wim Otto