Interventies ten gunste van meer bewegen en minder zitten richten zich op meer bewegen na het werk, meer bewegen tijdens pauzes en aangepast meubilair.
Commisaris et al. richten zich in hun review op de effectiviteit van interventies ten gunste van minder zitten en meer bewegen tijdens het werk. Zij zochten via Scopus naar Engelstalige artikelen die tussen 1992 en maart 2015 waren gepubliceerd. Ze voegden uit andere bronnen publicaties toe en hadden uiteindelijk 40 publicaties met 41 interventies. Veel studies waren van matige kwaliteit.
Aangepaste bureauwerkplekken zoals hooglaagbureaus, bureaus met een loopband of een bureaufiets zijn het vaakst (20 maal) onderzocht. Selectiebias vermindert de kwaliteit van deze studies. De meeste van deze studies hadden een follow-up van minder dan drie maanden. Het effect van hooglaagbureaus op minder zitten is gering. Loopbandbureaus hebben een gunstig effect op minder zitten tijdens het werk.
Elf publicaties onderzoeken het effect van campagnes, zoals met posters, om het gebruik van de trap in plaats van lift of roltrap te promoten. Er is gering bewijs dat bewegen tijdens het werk toeneemt en geen bewijs dat zitten tijdens het werk afneemt.
Tien publicaties onderzoeken de opbrengsten van motiverende interventies met behulp van stappentellers, eigen registratie van bewegen en/of persoonlijke coaching of groepssessies, gericht op minder zitten en meer bewegen op het werk. De resultaten van deze studies tonen gering bewijs voor een positief effect op het totale niveau van bewegen (tijdens én buiten het werk), maar geen bewijs voor effect op minder zitten of meer bewegen tijdens het werk.
In andere reviews over meer bewegen en minder zitten is al vaker geconcludeerd dat interventies die uit verschillende componenten bestaan, meer effect zullen sorteren dan interventies die uit één component bestaan. De auteurs concluderen daarom dat posteracties gericht op gebruik van de trap in plaats van de lift weliswaar weinig effect zullen sorteren, maar wel voor de hand liggen om te worden toegepast. Van individugerichte, motiverende interventies is vermoedelijk meer effect op gedragsverandering buiten dan tijdens werktijd te verwachten. Werkplekveranderingen hebben waarschijnlijk de meeste invloed. Dit wordt bevestigd in een review van Neuhaus et al. (2014). Zij berekenden in een meta-analyse een vermindering van zittend werken van vijf kwartier per achturige werkdag door aangepaste bureauwerkplekken.
De auteurs stellen terecht dat het wenselijk is dat studies van betere kwaliteit worden opgezet met aandacht voor selectiebias en met een langere follow-up van gedragsveranderingen.