Een ruim deel van de Nederlandse bevolking mist de gezondheidsvaardigheden om informatie over ziekte en gezondheid goed te interpreteren en effectief met zorgverleners te communiceren. Doordat ze bijvoorbeeld hun medicijnen onjuist gebruiken, verloopt hun behandeling niet optimaal, ervaren ze meer gezondheidsproblemen en doen ze een groter beroep op de zorg. Beperkte gezondheidsvaardigheden dragen zo bij aan ongelijkheid in gezondheid en levensverwachting. Mariska Oosterveld, Janneke Noordman en Jany Rademakers brachten deze problematiek voor de curatieve sector in kaart. Hun studie wordt hier besproken omdat beperkte gezondheidsvaardigheden ook gepaard gaan met een beperkt vermogen tot herstelgedrag bij verzuim.
Wat zijn gezondheidsvaardigheden?
Hoe groot de groep is met beperkte gezondheidsvaardigheden hangt af van de gehanteerde omschrijving. Wordt health literacy gedefinieerd als laaggeletterdheid dan betreft dit 18% van de bevolking. Als ook wordt gelet op de cognitieve aspecten van informatieverwerking, zoals het vinden, interpreteren en benutten van gezondheidsinformatie, gaat het om 36% van de Nederlanders. Het zal niet verbazen dat dit vooral mensen met een lagere opleiding betreft. Maar ook een kwart van de hoger opgeleiden mist gezondheidsvaardigheden, met name onder stress. In de meest omvattende definitie gaat het niet alleen om cognitieve vaardigheden (denkvermogen), maar ook om doenvermogen: de motivatie, het zelfvertrouwen en de sociale vaardigheden die nodig zijn voor een gesprek met de behandelaar en bij zelfmanagement of leefstijlverandering. Wordt deze definitie gebruikt dan schiet maar liefst 48% van de bevolking tekort.
Wat is het gevolg?
Uit gesprekken met mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden blijkt dat zij hun gezondheidsklachten niet goed onder woorden kunnen brengen, hun arts niet goed begrijpen en het gevoel hebben niet mee te kunnen beslissen over de behandeling.
Onze curatieve collega’s vinden het vaak lastig om te taxeren of een patiënt hun uitleg of adviezen wel begrijpt. Bij vervolgconsulten ervaren ze dat patiënten adviezen niet of onvoldoende opvolgen, onnodig vaak terugkomen en vaak dezelfde vragen stellen.
Een opvallende bevinding is dat 40 tot 50% van de zorgverleners in hun communicatie en bij het geven van informatie of advies niet specifiek rekening houdt met mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden. Het kan dus beter! Oosterveld en coauteurs geven als advies om de terugvraagmethode te hanteren, waarbij je de cliënt vraagt “Ik wil graag checken of u alles goed hebt begrepen. Wilt u me vertellen wat ik heb gezegd?”. Zie voor meer tips en hulpmiddelen: www.gezondheidsvaardigheden.nl en www.zorgvoorbeter.nl.
Relatie met verzuim
De besproken vaardigheden spelen naar mijn idee ook een rol bij verzuim. Mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden lukt het immers niet goed om hun behandeling zo bij te sturen dat deze wordt afgestemd op tijdige werkhervatting. Ook het gesprek met de bedrijfsarts, verzekeringsarts en leidinggevende over arbeidsre-integratie doet een beroep op gezondheidsvaardigheden. Zou deze groep het kader van de Wet verbetering poortwachter of de Ziektewet begrijpen? En het verschil tussen ‘ziek’ en ‘arbeidsongeschikt’? Zijn documenten zoals de Probleemanalyse en de FML toegankelijk voor mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden? Ik heb daar een hard hoofd in!
Daarom is onderzoek naar de impact van beperkte gezondheidsvaardigheden ook van belang in het domein van arbeid en gezondheid. Iets voor onze AIOS in het kader van de onderzoeksopdracht? Mondelinge en schriftelijke communicatie met mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden verdient meer aandacht in de opleiding tot verzekeringsarts en bedrijfsarts, en wellicht in nascholing.