Overzicht periode 2015-2019
Het totaal aantal meldingen over acute arbeidsongevallen met gevaarlijke stoffen steeg tussen 2015 en 2019 met 132 procent, van 375 in 2015 naar 871 meldingen in 2019 (zie figuur 1). De consultaties stegen in diezelfde periode met 5 procent. Het betrof zowel kleinschalige incidenten met één persoon als incidenten met meerdere personen.
Figuur 1
Het NVIC werd van 2015 tot 2019 in totaal 3262 keer geconsulteerd over arbeidsongevallen. Het betrof 2985 meldingen over 1 persoon en 277 over meerdere personen (zie tabel 1). Het precieze aantal betrokken personen is niet bekend, omdat er diverse meldingen waren met een onbekend aantal slachtoffers.
Tabel 1
Stofgroep
|
Stof
|
Aantal incidentena
|
Omschrijving voorbeeld-incident
|
---|---|---|---|
Zuren
|
Totaal
|
28
|
|
Zwavelzuur
|
9
|
Pallet omgevallen in bedrijfshal.
|
|
Zoutzuur
|
3
|
Inhalatie tijdens ontruimen drugslaboratorium.
|
|
Salpeterzuur
|
4
|
Fles omgevallen in laboratorium.
|
|
Logen
|
Totaal
|
11
|
|
Natriumhydroxide
|
6
|
Gaslek in melkfabriek.
|
|
Kaliumhydroxide
|
2
|
Onvoldoende persoonlijke beschermingsmiddelen.
|
|
Gassen
|
Totaal
|
45
|
|
Ammoniakgas
|
9
|
Vrijkomen gas tijdens werkzaamheden met meststoffen.
|
|
Zwavelwaterstofgas
|
9
|
Ontsnappen gas uit ruim van een schip.
|
|
Waterstofcyanidegas
|
5
|
Ontploffing chemiebedrijf.
|
|
Chloorverbindingen
|
Totaal
|
7
|
|
Chloorgas/damp
|
6
|
Vrijkomen chloordampen in zwembad.
|
|
Aromatische koolwaterstoffen
|
Totaal
|
11
|
|
Benzeen
|
4
|
Ongeval haven.
|
|
Tolueen
|
2
|
Blootstelling tijdens opruimwerkzaamheden.
|
|
Alcoholen
|
Totaal
|
7
|
|
Methanol
|
3
|
Inhalatie in een illegaal drugslaboratorium.
|
|
Brandstoffen
|
Totaal
|
10
|
|
Benzine/diesel
|
2
|
Inhalatie op marine-fregat.
|
|
Aardgas
|
3
|
Gaslek in winkel.
|
|
Glycolen
|
Totaal
|
5
|
|
Ethyleenglycol
|
1
|
Blootstelling via sprinklerinstallatie in winkel.
|
|
Propyleenglycol
|
1
|
Inhalatie van dampen tijdens defensie-oefening.
|
|
Fenolen
|
Fenol
|
9
|
Fles omgevallen in laboratorium.
|
Metalen
|
Totaal
|
11
|
|
Lood(metallisch)
|
2
|
Inhalatie dampen na verwarming van lood in gieterij.
|
|
Kwik(metallisch)
|
2
|
Gesprongen UV-lampen.
|
|
Aldehyden en ketonen
|
Totaal
|
9
|
|
Formaldehyde
|
4
|
Defecte afzuiginstallatie in pathologisch laboratorium.
|
|
Aceton
|
2
|
Onvoldoende persoonlijke beschermingsmiddelen.
|
|
Gehalogeneerde koolwaterstoffen
|
Totaal
|
15
|
|
Freon
|
7
|
Defecte koeling.
|
|
Dichloormethaan
|
2
|
Lekkage van een vat in een opslagloods.
|
Betrokken patiënten
Blootstellingsroutes
Betrokken stoffen
Bij een arbeidsongeval met gevaarlijke stoffen kunnen personen aan één of meerdere stoffen zijn blootgesteld (zie tabel 2). De diversiteit aan gerapporteerde stoffen is groot. Daarom zijn in de tabel uitsluitend die stoffen vermeld waaraan werknemers het vaakst waren blootgesteld. Blootstelling aan zuren, logen en gassen (onder meer ammoniakgas, waterstofsulfidegas en chloorgas) werd frequent gerapporteerd. Er waren 1288 meldingen waarbij het niet (exact) bekend was aan welke stof(fen) de patiënt was blootgesteld. Regelmatig wist de melder (nog) niet waaraan de patiënt was blootgesteld of was de productnaam wel bekend, maar ontbrak informatie over de inhoudsstoffen. Op grond van de klachten kon het NVIC vaak een indicatie geven wat voor soort stof het betrof en kon op grond daarvan een behandeladvies worden gegeven.
Tabel 2
Stofgroep
|
Stof
|
Totaal aantal meldingen 2015-2019
|
|
---|---|---|---|
Stofgroep
|
Stof
|
||
Zuren (totaal)
|
444
|
||
Zwavelzuur
|
104
|
||
Fluorwaterstof
|
63
|
||
Zoutzuur
|
46
|
||
Salpeterzuur
|
42
|
||
Azijnzuur
|
40
|
||
Logen (totaal)
|
255
|
||
Natriumhydroxide
|
139
|
||
Kaliumhydroxide
|
31
|
||
Gassen (totaal)
|
247
|
||
Ammoniakgas
|
48
|
||
Waterstofsulfidegas
|
41
|
||
Koolmonoxide
|
33
|
||
Waterstofcyanidegas
|
17
|
||
Geneesmiddelen en vaccins (totaal)
|
182
|
||
Vaccina
|
37
|
||
Pentobarbital
|
17
|
||
Chloorverbindingen (totaal)
|
166
|
||
Chloorgas/damp
|
75
|
||
Natriumhypochloriet
|
79
|
||
Metalen en metaal(zouten) (totaal)
|
111
|
||
Zinkverbindingen
|
19
|
||
Kwik (metallisch)
|
12
|
||
Stofgroep
|
Stof
|
||
Aromatische koolwaterstoffen (totaal)
|
105
|
||
Benzeen
|
35
|
||
Xyleen
|
30
|
||
Alcoholen (totaal)
|
94
|
||
Methanol
|
34
|
||
Isopropylalcohol
|
29
|
||
Aldehyden en ketonen (totaal)
|
92
|
||
Formaldehyde
|
45
|
||
Aceton
|
26
|
||
Brandstoffen (totaal)
|
67
|
||
Benzine/diesel
|
25
|
||
Aardgas
|
17
|
||
Glycolen (totaal)
|
67
|
||
Ethyleenglycol
|
28
|
||
Propyleenglycol
|
4
|
||
Gehalogeneerde koolwaterstoffen (totaal)
|
61
|
||
Freon
|
18
|
||
Dichloormethaan
|
9
|
||
Smeermiddelen (totaal)
|
52
|
||
Hydraulische olie
|
41
|
||
a Betreft met name meldingen over prikaccidenten met veterinaire vaccins.
|
Gezondheidseffecten en adviezen
Na inhalatie ontwikkelde circa 52 procent van de personen lichte tot matige luchtwegklachten, zoals irritatie van de slijmvliezen, hoesten en dyspneu. Ongeveer 4 procent ontwikkelde ernstige respiratoire klachten, zoals bradypneu, hypoxemie en chemische pneumonitis. Na huidcontact traden meestal (52%) lichte tot matige lokale effecten op zoals huidirritatie, jeuk, pijn en erytheem. Bij circa 16 procent was het effect ernstiger en werden tweede- en derdegraads chemische brandwonden en necrose gerapporteerd. Na oogcontact ontwikkelden de meeste personen (69%) lichte tot matige lokale effecten, zoals pijn, roodheid en tranenvloed. Ernstige effecten, zoals bijvoorbeeld corneabeschadiging, werden slechts bij een gering aantal personen (3%) gerapporteerd (zie tabel 3 op pag. 60). Parenterale blootstelling betrof vooral prikaccidenten met veterinaire vaccins, waarbij lokale klachten zoals pijn, roodheid, oedeem en mechanisch letsel beschreven werden. In 43 procent van de meldingen over arbeidsongevallen met gevaarlijke stoffen werd een afwachtend beleid geadviseerd, met vaak uitsluitend telefonisch contact tussen de betrokken werknemer en de (huis)arts. Bij 52 procent van de gevallen adviseerde het NVIC de behandelend arts om de werknemer te beoordelen en het beloop van de intoxicatie te vervolgen. In 5 procent van de meldingen werd aangeraden de patiënt in een ziekenhuis te observeren en behandelen.
Tabel 3
Inhalatie
|
Huidcontact
|
Oogcontact
|
Ingestie
|
|
---|---|---|---|---|
Klinisch beeld onbekend
|
51
|
63
|
88
|
31
|
Geen effecten waargenomen
|
560
|
282
|
136
|
169
|
Lichte-matige effecten
|
727
|
548
|
558
|
184
|
Ernstige effecten
|
52
|
166
|
23
|
5
|
Totaal aantal personen via route blootgesteld
|
1390
|
1059
|
805
|
389
|
Discussie
Preventie verdient meer aandacht
Conclusies en aanbevelingen
Aandachtspunten
-
Arbeidsongevallen met ernstig letsel, arbeidsverzuim en overlijden worden in Nederland gerapporteerd door SZW, RIVM, TNO en VeiligheidNL, waarbij opvalt dat ongevallen met chemische stoffen slechts een klein aandeel vormen.
-
Het NVIC kreeg in de periode 2015-2019 ruim 3000 meldingen over acute arbeidsongevallen met gevaarlijke stoffen.
-
De informatie van het NVIC geeft inzicht in betrokken patiënten (leeftijd en geslacht), risicovolle stoffen, blootstellingsroutes en de hierbij ontstane gezondheidseffecten.
-
Inzicht in blootstellingsscenario’s is essentieel om een goede risico-inschatting te kunnen maken.
-
Gegevens over de oorzaak van incidenten kunnen behulpzaam zijn bij de advisering ten aanzien van de te nemen maatregelen om ongevallen tijdens het werk in de toekomst te voorkomen.
Gaslek magazijn
Werkwijze van NVIC belicht
-
Het NVIC – kenniscentrum voor klinische toxicologie in Nederland – informeert medische professionals over de mogelijke gezondheidseffecten en behandelingsopties bij vergiftigingen. Het NVIC is dag en nacht telefonisch bereikbaar. Daarnaast geeft de site vergiftigingen.info uitgebreide klinisch-toxicologische informatie.
-
Op basis van informatie over de blootstelling (product, inhoudsstoffen, dosis, concentratie, blootstellingsroute, blootstellingsduur) en de betrokken persoon (leeftijd, lichaamsgewicht, geslacht), voert het NVIC een risicoanalyse uit om de potentiële ernst van een blootstelling in te schatten. Hieruit volgt een behandeladvies.
-
In de NVIC-database wordt informatie opgeslagen over onder meer melder, patiënt, blootstelling, eventuele gezondheidseffecten, reeds ingestelde behandelingen en het gegeven behandeladvies. Dit wordt sinds 2016 in de database vastgelegd.
-
Meestal wordt het NVIC vlak na blootstelling om hulp gevraagd. Info over het verdere beloop van de intoxicatie ontbreekt veelal omdat niet standaard follow-up-onderzoek wordt verricht. Het kan dus dat een gerapporteerd symptoom na verloop van tijd erger is geworden of dat er additionele gezondheidseffecten zijn ontstaan.
Enkele voorbeelden van meldingen
-
Een medewerker van een spoelkeuken morste tijdens het schoonmaken van een oven een professioneel schoonmaakmiddel (met onder meer het loog natriumhydroxide) over zijn broek, maar werkte daarna door. Toen hij later thuiskwam en zijn kleding uittrok, ontdekte hij een brandwond op zijn been en ging naar de huisartsenpost die contact opnam met het NVIC. Dat adviseerde de wond symptomatisch (conform behandeling van een thermische brandwond) te behandelen.
-
In een autogarage lekte zwavelzuur uit een accu. De aanwezige monteur ademde de dampen in en kreeg last van irritatie van de slijmvliezen met prikkelhoest en benauwdheid. De symptomen verdwenen snel nadat hij in de frisse lucht was gaan staan.
-
Een man kreeg wat spatten van een geconcentreerd ontsmettingsmiddel (met onder meer een corrosief detergens) in de ogen. Direct na blootstelling was sprake van pijn. Er werd langdurig met water gespoeld. De volgende ochtend was het oog nog steeds pijnlijk en waren de oogleden verkleefd.
Referenties
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.