Wat is een hazard-based benadering?
Begrippenlijst
Volgens het STOP-acroniem:
Stap 1: Substitutie (vervang de gevaarlijke stof);
Stap 2: Technische maatregelen (bijvoorbeeld afscherming van de bron);
Stap 3: Organisatorische maatregelen (bijvoorbeeld rouleren van werkzaamheden); Stap 4: PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen).
|
Tot relevante risico’s komen met risk-based benadering
Een beter alternatief is de risk-based benadering. Stapsgewijs ziet dat er als volgt uit:
1. Procesanalyse van gezondheidsrelevante blootstellingen: tijdens een werkplekbezoek worden het proces waarin een product wordt toegepast doorlopen en de relevante blootstellingsgegevens benoemd, zoals: ‘Welke functiegroep wordt tijdens welke processtappen blootgesteld? Aan wat? Hoe lang en hoe vaak?’ Essentieel is om niet alleen te kijken naar het reguliere proces, maar ook na te vragen wat er gebeurt tijdens een storing, schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden. Dat zijn immers dé momenten waarop relevante blootstelling kan plaatsvinden. Ook wordt er gekeken naar emissie van gevaarlijke stoffen die tijdens een proces kunnen ontstaan en die niet worden gevangen met de screening op H-zinnen van producten. Resultaat van deze procesanalyse is een snelle eerste inschatting van de kritische blootstellingsmomenten.
2. Inzicht in de meest kritische producten: overeenkomstig de hazard-based benadering wordt een overzicht gemaakt van de meest schadelijke stoffen op basis van H-zinnen en hazard banding.
3. Resultaten uit stap 1 en 2 samenvoegen: hieruit volgt tijdens welke werkzaamheden of bij welke functiegroepen er sprake is van een relevant potentieel gezondheidsrisico en in welke orde van grootte dit risico ligt. Dit vormt belangrijke input in de prioritering van de werkzaamheden welke in detail worden beoordeeld bij de totale RI&E Gevaarlijke Stoffen.5
4. Toepassen van de arbeidshygiënische strategie6: als de risico’s bekend zijn, kunnen beheersmaatregelen worden toegepast om deze risico’s te mitigeren tot een zo laag mogelijk niveau.
5. Risk-based PAGO: ondanks de geïmplementeerde beheersmaatregelen zal het niet altijd lukken alle risicofactoren te beteugelen. Het is aan de bedrijfsarts en arbeidshygiënist gezamenlijk om vast te stellen welke doelorganen worden getroffen door de potentieel gezondheidsrelevante blootstellingen, de zogenaamde kritische effecten. Dit vormt het uitgangspunt voor de screeningsinstrumenten bij het PAGO Gevaarlijke Stoffen. Samenwerking tussen de bedrijfsarts en arbeidshygiënist in deze stap is essentieel. Immers de arbeidshygiënist heeft de kennis en kunde op het gebied van toxiciteit van stoffen en de bedrijfsarts van (patho-) fysiologie. Met een risk-based benadering kan het PAGO Gevaarlijke Stoffen gerichter en daarmee compacter worden uitgevoerd. Download hier praktische handvatten wat betreft screeningsinstrumenten.
6. Rapportage: het is van belang dat de bedrijfsarts niet alleen op individueel niveau maar ook samen met de arbeidshygiënist de bevindingen op groepsniveau van het PAGO Gevaarlijke Stoffen bespreekt met werkgever, ondernemingsraad en preventiemedewerker. Dit vormt weer de basis voor bijstelling van de RI&E Gevaarlijke Stoffen en bijbehorend Plan van Aanpak.
‘Een hazard-based benadering is als schieten met hagel, het schiet zijn doel voorbij’
Tot slot
Bronnen
1. Arboportaal. Factsheet Veilig Werken met [Gevaarlijke] Stoffen; 2018, arboportaal.nl/documenten/brochure/2018/11/05/factsheet-veilig-werken-met-gevaarlijke-stoffen geraadpleegd op 22-09-2022.
2. CBS. Hoeveel mensen komen om in het verkeer? cbs.nl/nl-nl/visualisaties/verkeer-en-vervoer/verkeer/hoeveel-mensen-komen-om-in-het-verkeer- Geraadpleegd op 27-03-2023.
3. NVAB-Online. Addendum voor PMO bij blootstelling aan gevaarlijke stoffen. NVAB, NVVA; 2018, nvab-online.nl/richtlijnen-en-kennisdocumenten/procedurele-leidraden/leidraad-pmo. geraadpleegd op 22-09-2022.
4. Arbeidsomstandighedenwet; Arbeidsomstandighedenbesluit Artikel 4. Gevaarlijke stoffen en biologische agentia, wetten.overheid.nl/BWBR0008498/2023-01-01#Hoofdstuk4 Geraadpleegd op: 11-12-2022.
5. Arbeidsomstandighedenwet; Arbeidsomstandighedenbesluit Artikel 4.2 Nadere voorschriften risico-inventarisatie en -evaluatie, beoordelen, wetten.overheid.nl/BWBR0008498/2022-08-01/ geraadpleegd op: 11-12-2022.
6. Arbeidsomstandighedenbesluit; Arbeidsomstandighedenbesluit Artikel 4.4. Arbeidshygiënische strategie, wetten.overheid.nl/BWBR0008498/2022-08-01/ geraadpleegd op: 11-12-2022.
Drs. Charlotte de Bruin, internist-nefroloog en aios bedrijfsgeneeskunde, verbonden aan het Expertise Centrum Toxische Stoffen (ECTS) van Arbo Unie, Nieuwegein charlotte.de.bruin@arbounie.nl
Ir. Rimke Kerkhoff, gecertificeerd arbeidshygiënist en hoger veiligheidskundige bij ECTS, Arbo Unie, Nieuwegein Ir. André Winkes, gecertificeerd arbeidshygiënist en hoger veiligheidskundige bij ECTS, Arbo Unie, Nieuwegein Dr. ir. Remko Houba, arbeidshygiënist bij het Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen (NKAL), Utrecht Drs. Wim Beltman, toxicologisch adviseur gevaarlijke stoffen en onder meer als scientific editor verbonden aan het International Chemical Safety Cards-project van de WHO en werkzaam bij het ministerie van Defensie, Woensdrecht Dr. Frits van Rooy, bedrijfsarts en toxicoloog en verbonden aan het ECTS, Arbo Unie, Nieuwegein en Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS), Utrecht Prof. dr. ir. Hans Kromhout is met de leerstoel Arbeidshygiëne en blootstellingskarakterisering verbonden aan het IRAS, Utrecht |