Waarom dit boek kopen? De voornaamste toegevoegde waarde van dit praktijkboek is Hoofdstuk 8 waarin een zevenstappenplan (Tabel 1) wordt aangereikt.
Tabel 1: De zeven stappen.
stap
|
doel
|
---|---|
1. Wat is de beslissing of keuze waarvoor ik sta?
|
Construeert de beslissing als twee plausibele alternatieven die moeten worden gewogen.
|
2. Wie zijn de betrokkenen van wie rechten, belangen of wensen in het geding zijn?
|
Brengt alle betrokkenen in beeld die de last van de beslissing moeten dragen, en is nodig om later te kunnen zien of alle betrokkenen ook in de beslissing vertegenwoordigd zijn.
|
3. Wie beslist in de casus; wie draagt de morele verantwoordelijkheid voor de beslissing?
|
Het antwoord is altijd ‘ik’. Dit antwoord stelt de deelnemers in staat verantwoordelijkheid te nemen voor en aanspreekbaar te zijn op de beslissing die uiteindelijk wordt genomen.
|
4. Welke informatie heb ik nodig om de beslissing op een verantwoorde wijze te kunnen nemen?
|
Zorgt ervoor dat alle informatie wordt verzameld die wezenlijk is om verantwoord over de beslissing te kunnen oordelen.
|
5. Wat zijn de argumenten voor beide handelingsopties?
|
Brengt alle relevante argumenten in beeld die elk van beide alternatieven ondersteunen.
|
6. Wat is mijn conclusie? Wat kan worden gedaan om de schade te beperken?
|
Neemt – na het duiden van argumenten als beginsel- en gevolgargumenten – de beslissing.
Beziet hoe de schade van de beslissing kan worden verminderd.
|
7. Wat is mijn gevoel bij de genomen beslissing?
|
Toetst de beslissing aan de gevoelens die deze bij de deelnemers oproept. Dit ter controle of er niets over het hoofd wordt gezien.
|
In het moreel beraad wordt immers een beslissing genomen volgens een vaste methode. Dergelijke methodiek biedt bedrijfs- en verzekeringsartsen een stut en steun. Het is net dat stappenplan dat je kan helpen bij dagelijkse complexe beslissingen of afwegingen in de spreekkamer.
Aangewend in spreekkamer van bedrijfs- en verzekeringsarts
In Hoofdstuk 9 wordt de methodiek toegepast op een casus voor de verzekeringsarts: een 64-jarige man, met knieprothese en hartritmestoornissen, gepland op de 52ste-weeksbeoordeling door de verzekeringsarts, wil volledig afgekeurd worden want is niet gemotiveerd om te re-integreren, zelfs niet voor aangepast werk. Begin er maar eens aan.
In Hoofdstuk 10 lezen we nog meer casussen, ontleed met de methodiek van de morele oordeelsvorming, wel zestien gevalsbesprekingen in totaal. Zo ook voor de praktijk van de bedrijfsarts: een dame met een voorgeschiedenis van meerdere psychiatrische ziekenhuisopnames wegens bipolaire stoornis, is op tegenadvies van de psychiater, gestopt met lithium-inname. Ze valt opnieuw uit op het werk en is bij de aanvang van de gevalsbespreking twee maanden in verzuim. De bedrijfsarts ziet haar op het spreekuur en concludeert dat ze haar eigen herstel belemmert en de arbeidsongeschiktheid in stand houdt door de voorgeschreven medicatie niet in te nemen. Jij ook?
Weg van de casuïstiek, op naar beroepsethiek
Het boek beidt echter meer dan gevalsbesprekingen. De ondertitel van het naslagwerk luidt per slot van rekening: ‘Praktijkboek beroepsethiek en morele oordeelsvorming’. Om ethische overwegingen te kunnen maken, heeft de bedrijfs- of verzekeringsarts ruimte nodig. Oordeelsruimte of discretionaire ruimte, voor de goede uitvoering van het vak, is een beginsel en daar gaan André Weel, Ruud Meij en Kevin De Decker in Hoofdstuk 6 op door.
Wat jurisprudentie is voor het recht, is moresprudentie voor de moraal
Moresprudentie… Wat zeg je?
En als je alles samenbrengt, kom je tot moresprudentie. Neen, dat woord staat niet in de Van Dale. Wat jurisprudentie is voor het recht, is moresprudentie voor de moraal: een verzameling van morele oordelen.
Moresprudentie is dus een jong en Nederlands begrip. Het is net in dergelijke weetjes, dat je merkt dat de auteursgroep niet enkel een bedrijfs- en een verzekeringsarts, maar ook een filosoof omvat.
Meer weten?
-
TBV-online interviewde de auteurs; lees hier het artikel.