Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Verzuim door rouw

Susanne Kreder
Medisch Contact meldde eind november 2019 dat door de SGP en Groenlinks gepleit wordt voor (betere) rouwbegeleiding door de bedrijfsarts. Volgens het artikel leidt rouw vaak tot langdurig verzuim en zou er een richtlijn voor bedrijfsartsen moeten komen om de begeleiding bij verzuim door rouw te verbeteren.1 Op dit moment is hiervoor geen aparte bedrijfsgeneeskundige richtlijn beschikbaar. Wel worden in de literatuur factoren genoemd die mogelijk van invloed zijn op de verzuimduur. 2,3
Dit onderzoek heeft als doel om meer inzicht te krijgen in de duur van verzuim door rouw en aanknopingspunten te vinden om de begeleiding van door rouw verzuimende werknemers in goede banen te leiden. Dit leidt tot de volgende onderzoeksvragen: Wat is de gemiddelde verzuimduur bij werknemers die gezien worden op het spreekuur bij de bedrijfsarts in verband met rouw? Welke factoren zijn geassocieerd met een langduriger verzuim door rouw?

Methode

Opzet: Het onderzoek is opgezet als een retrospectieve cohortstudie.
Populatie: Er zijn dossiers geselecteerd door TrackSoftware vanuit arbodienst BakxWagenaar. BakxWagenaar is een arbodienst met ongeveer 450 opdrachtgevers met voornamelijk klanten in de zorg en het onderwijs.
Gegevensverzameling – inclusie en exclusie: Alle dossiers met als primaire CAS-code ‘rouw’ (P610) in de periode 01-01-2018 t/m 31-05-2020 zijn geïncludeerd. Ook dossiers die niet zijn afgesloten worden meegenomen. Dossiers met andere CAS-codes dan P610 zijn niet geïncludeerd in dit onderzoek. Dit om zo min mogelijk dossiers te includeren waarbij naast rouw ook andere ziektebeelden een rol spelen in het verzuim. Om die reden zijn dossiers waarbij CAS-code P610 als tweede verzuimoorzaak vermeld zijn geëxcludeerd. De dossiers zijn anoniem aangeleverd.

Uitkomstvariabele: De primaire uitkomstvariabele is de verzuimduur in dagen en bijbehorende standaarddeviatie (SD). Dataextractie: De volgende gegevens werden geëxtraheerd:

  • Geboortedatum
  • Datum eerste ziektedag
  • Datum hersteldmelding
  • Geslacht (m/v)
  • Relatie tot de overledene
  • Omstandigheden rondom overlijden
  • Aard ondersteuning privé
  • Aard ondersteuning professioneel
  • Aard ondersteuning werk
  • Arbeidsmarktpositie contractvorm
  • Arbeidsmarktpositie aantal uren
  • Stapeling van stressoren
  • Culturele en religieuze achtergrond van de rouwende
  • Persoonlijkheid en karakter van de rouwende
  • Opleidingsniveau
  • Psychiatrische voorgeschiedenis
Over de laatste vier determinanten werd geen of slechts sporadisch een opmerking teruggevonden in de dossiers. Deze vier variabelen vervielen daarom bij nader inzien. Ook werden enkele oorspronkelijke antwoordcategorieën vanwege de kleine aantallen (indien n<9) samengevoegd tot één antwoordcategorie of dummy variabele.

Data-analyse

De gecodeerde gegevens zijn geanalyseerd met softwareprogramma Excel (versie 2014). De verzuimduur werd berekend door de datum van ziekmelding af te trekken van de datum van hersteldmelding. Om te bepalen of er een verband is tussen de verschillende determinanten en de duur van het ziekteverzuim zijn respectievelijk univariate en multivariate lineaire regressieanalyses uitgevoerd. Uitkomstmaten zijn de regressie-coëfficiënt (b), het betrouwbaarheidsinterval (CI) en de p-waarde. Voor de univariate en multivariate regressie-analyses is gewerkt met zogenaamde ‘dummy variabelen’. Wanneer bij de univariate regressie-analyses p<0.05 werd gevonden, zijn deze categorieën meegenomen in de multivariate regressie-analyse.

Resultaten

Er werden 78 dossiers geëxtraheerd. Vier dossiers werden geëxcludeerd omdat de CAS-code niet werd gebruikt voor verlies van een dierbare, maar verlies van mogelijkheden (3 dossiers) of er helemaal geen informatie in het dossier was opgenomen (1 dossier). Van de geïncludeerde dossiers is 82 procent vrouw. De gemiddelde leeftijd op de eerste ziektedag is 45 jaar. Het verlies ging bij 38 procent om één van beide ouders en in 32 procent om de partner (zie tabel 1). De gemiddelde verzuimduur van alle dossiers is 197 dagen (SD 155 dagen) (zie tabel 1).

Tabel 1: Associaties van de determinanten met verzuimduur.

Aantal n=74
%
Gemiddelde verzuimduur in dagen (en SD)
univariate lineaire regressie:
multivariate lineaire regressie, β (95% BI), p-waarde
Leeftijd
Gemiddelde leeftijd: 45
197 (155)
0 (-4 tot 3); 0,77
Geslacht
Man
13
18%
159 (125)
-45 (-139 tot 49); 0,34
Vrouw
61
82%
204 (160)
Omstandigheden bij overlijden
Gewelddadig of suïcide
9
12%
259 (226)
-72 (-181 tot 38); 0,20
Niet gewelddadig of suïcide
65
88%
188 (142)
Niet na ziekbed
41
55%
242 (172)
-101 (-170 tot -33); 0,0043
-62 (-128 tot 3); 0,061
Na ziekbed
33
45%
140 (108)
Relatie tot de overledene
Moeder
16
22%
155 (128)
54 (-33 tot 140); 0,22
Niet moeder
58
78%
208 (160)
Vader
12
16%
122 (87)
89 (-7 tot 184); 0,069
Niet vader
62
84%
211 (161)
Ouder
28
38%
141(112)
90 (18 tot 161); 0,014
44 (-22 tot 110); 0,19
Niet ouder
46
62%
231 (168)
Partner
24
32%
213 (159)
-24 (-101 tot 53); 0,53
Niet partner
50
68%
189 (154)
Kind (iedere leeftijd)
9
12%
256 (199)
-69 (-177 tot 41); 0,22
Niet kind
65
88%
188 (147)
Aard ondersteuning privé
Steunend
14
19%
158 (111)
47 (-44 tot 139); 0,31
Rest
60
81%
205 (163)
Niet steunend
9
12%
166 (144)
35 (-75 tot 145); 0,53
Rest
65
88%
201 (157)
Anders
12
16%
265 (227)
-82 (-178 tot 14); 0,092
Rest
62
84%
183 (135)
Niet beschreven
39
53%
196 (142)
1 (-72 tot 73); 0,98
Rest
35
47%
197 (170)
Aard ondersteuning professioneel
Wel (poh-ggz, psycholoog, emdr, anders)
54
73%
221 (168)
-91 (-170 tot -13); 0,023
-73 (-144 tot -2); 0,044
Geen of niet beschreven
20
27%
130 (82)
Aard ondersteuning werk
Steunend of interventie
25
34%
185 (131)
18 (-58 tot 94); 0,64
Rest
49
66%
202 (166)
Anders
19
26%
287 (203)
-121 (-199 tot -44); 0,0027
-79 (-158 tot 0); 0,049
Rest
55
74%
165 (121)
Niet beschreven
23
31%
131 (95)
95 (21 tot 170); 0,013
61 (-11 tot 133); 0,095
Rest
51
69%
226 (167)
Arbeidsmarktpositie – contractvorm
Vast contract
23
31%
244 (162)
-69 (-145 tot 8); 0,078
Tijdelijk/anders/onbekend
51
69%
175 (148)
Onbekend
48
65%
177 (152)
55 (-19 tot 130); 0,14
Anders
26
35%
232 (156)
Arbeidsmarktpositie – uren
>=24 uur
38
51%
236 (150)
-82 (-151 tot -12); 0,022
-69 (-133 tot -4); 0,038
<24 uur of onbekend
36
49%
155 (150)
Onbekend
20
27%
150 (111)
64 (-16 tot 144); 0,11
Wel bekend
54
73%
214 (165)
In de univariate analyses werd een significant verschil in verzuimduur gevonden bij de volgende variabelen (zie tabel 1): Omstandigheden rond overlijden. Bij overlijden na een ziekbed is de verzuimduur korter dan wanneer het overlijden plotseling is (b -101, CI: -170 tot -33, p=0,0043). Wanneer het overlijden één van beide oudersbetreft is de verzuimduur korter dan wanneer de relatie tot overledenen anders is (b 90, CI 18 tot 161, p=0,014).
Wanneer professionele ondersteuning wordt ingezet is de verzuimduur langer dan wanneer geen professionele ondersteuning wordt ingezet of de professionele ondersteuning niet in het dossier is beschreven (b -91, CI -170 tot -13, p=0,023). Wanneer de aard van de ondersteuning op het werk als ‘anders’ gecategoriseerd is, is de verzuimduur langer dan wanneer dit niet als anders is gecategoriseerd. Als ‘anders’ worden in de dossiers veel verschillende zaken genoemd. Opvallend is dat naast bijzondere situaties (zoals vaak met de dood geconfronteerd worden op het werk), de algehele sfeer op het werk en een niet goed passende functie factoren zijn die worden genoemd in 9 van de 19 dossiers (b -121, CI -199 tot -44, p=0,0027). Wanneer de aard van de ondersteuning op het werk niet omschreven werd in het dossier, is de verzuimduur korter dan wanneer de ondersteuning op enigerlei wijze wel werd omschreven (i.c. rest categorie) (b 95, CI 21 tot 170, p=0,013). Wanneer er sprake is van een contract voor ≥24 uur/week is de verzuimduur langer dan wanneer het een contract <24 uur betreft of dat het aantal uren van het contract niet is beschreven (b -82, CI -151 tot -12, p=0,022). Na de multivariate analyse van bovenstaande variabelen bleven alleen de volgende drie variabelen significant verschillend: Ondersteuning professioneel (b -73, CI -144 tot -2, p=0,044), aard ondersteuning werk ‘anders’ (b -79, CI -158 tot 0, p=0,049), en de contract uren ≥24 uur (b -69, CI -133 tot -4, p=0,038). De richting van de verschillen in verzuimduur bleven hetzelfde als in de univariate analyses (zie tabel 1).

Discussie

Er wordt een gemiddelde verzuimduur gevonden van 197 dagen (SD 155 dagen). In 2019 was de gemiddelde verzuimduur door psychische klachten in Nederland 83 dagen.4 De gemiddelde verzuimduur bij rouw lijkt langer dan de gemiddelde verzuimduur bij psychische klachten. Een soortgelijke verzuimduur wordt ook gevonden door Arboned (gemiddeld 170 dagen).5 Uit een enquête van Landelijk Steunpunt Verlies blijkt dat een werknemer na overlijden van kind, partner of ouder gemiddeld 143 dagen niet werkt. Wanneer sprake is van gecompliceerde rouw is de verzuimduur langer.6
De verzuimduur gevonden in dit onderzoek is dus langer dan de gemiddelde verzuimduur in andere onderzoeken. Mogelijke verklaring hiervoor is dat in dit onderzoek alleen dossiers zijn meegenomen waarbij een consult bij de bedrijfsarts heeft plaatsgevonden.
Alleen dossiers met CAS-code P610 zijn meegenomen in dit onderzoek. Wanneer sprake is van gecompliceerde rouw of psychische klachten bij rouw is door de bedrijfsartsen mogelijk gekozen voor een andere CAS-code. Hoewel niet meegenomen in dit onderzoek, is het wel van belang dat de bedrijfsarts alert blijft op aanwezigheid van andere ziektebeelden. In dit onderzoek is gekeken naar de invloed van ‘opeenstapeling van factoren’, waar geen significant verschil werd gevonden in verzuimduur. Er is niet dieper ingegaan op (medische) multiproblematiek en de behandeling hiervan. Ook is in dit onderzoek niet gekeken naar terugval na volledige werkhervatting. In de literatuur wordt wel beschreven dat dit voorkomt: ‘eenmaal aan het werk, meldt 40 procent zich na kortere of langere tijd weer ziek als gevolg van (onverwerkte) rouw.’2
De drie factoren die geassocieerd zijn met langduriger verzuim door rouw zijn respectievelijk inzet van aanvullende professionele hulp voor de nabestaande, als er sprake is van een bijzondere situatie op het werk en wanneer de nabestaande een arbeidscontract heeft van 24 uur of meer per week. Voor de andere onderzochte factoren werd geen verband gevonden.
Wanneer professionele ondersteuning wordt ingezet, is de verzuimduur langer. Dit kan op twee manieren verklaard worden. Ofwel maken de hulpverleners een goede inschatting van de zwaarte van de rouwklachten, waardoor bij werknemers met langduriger rouwklachten vaker professionele hulp wordt ingezet. Een andere verklaring is dat de inzet van professionele hulp één van de oorzaken is voor langer verzuim door rouw. Uit het Panteia-eindrapport ‘re-integratie bij psychische aandoeningen’ komt naar voren dat het vaststellen van de effectiviteit van een psychologische interventie, wanneer re-integratie als uitkomstmaat wordt genomen, moeilijk vast te stellen is. Er zijn maar enkele op dit punt bewezen effectieve psychologische interventiemethoden.7 Er is onderzoek beschikbaar waaruit blijkt dat inzet van een psychologische interventie bij rouw de verzuimduur met gemiddeld 47 dagen zou bekorten.5 Andere cijfers over effectiviteit over psychologische interventies ten aanzien van werkhervatting bij rouw werden niet gevonden.De uitgevoerde analyses wijzen naar een langere verzuimduur wanneer het arbeidscontract een grotere omvang heeft. Een mogelijke verklaring is dat werknemers met een arbeidscontract van minder dan 24 uur per week meer recuperatiemogelijkheden hebben buiten het werk, waardoor werknemers met een kleiner arbeidscontract het werk sneller kunnen hervatten dan werknemers die een groter arbeidscontract hebben.
Wanneer er sprake is van een bijzondere situatie op het werk (zoals in aanraking komen met de dood of een niet goed passende functie) is de verzuimduur langer. In deze gevallen lijkt het waarschijnlijk dat een bijzondere situatie op het werk de re-integratie belemmert waardoor werknemers gemiddeld langer verzuimen dan wanneer van een dergelijke situatie geen sprake is. Vermoed wordt, dat bedrijfsartsen deze factoren ook met opzet hebben beschreven in het dossier omdat zij dit mogelijk als re-integratiebelemmerende factor hebben erkend. Voor de overige onderzochte factoren werd geen significant verschil in de verzuimduur gevonden. Voor sommige factoren kan dit verklaard worden doordat de gezochte factor niet of nauwelijks voorkwam in de dataset, zoals bijvoorbeeld verlies van een kind op de kinderleeftijd. De andere onderzochte factoren blijken minder van invloed op de verzuimduur dan vanuit de literatuur werd verwacht.

Sterke punten

  • Tot op heden weinig onderzoek naar dit onderwerp.
  • Dit artikel laat zien dat aandacht nodig is voor de begeleiding van werknemers met rouw, zowel bij bedrijfsartsen als bij leidinggevenden en bedrijfsmaatschappelijk werkers.

Beperkingen

  • Niet alle factoren die mogelijk van invloed zijn worden teruggevonden in de dossiers: mogelijk sprake van informatie-bias.
  • Alleen werknemers die op spreekuur geweest zijn bij een bedrijfsarts zijn meegenomen.
  • Populatie voornamelijk zorg en onderwijs, hiermee rekening houden bij generaliseren naar andere sectoren.
  • Grote spreiding in verzuimduur zorgt voor een moeilijke vertaalslag naar de dagelijkse praktijk.
  • Bij éénderde van de dossiers was omvang arbeidscontract niet vast te stellen, mogelijk geeft dit een bias.
  • Informatie over religieuze achtergrond van een werknemer, persoonlijkheidskenmerken of het opleidingsniveau werd nauwelijks teruggevonden in dossiers, hierdoor konden deze kenmerken niet meegenomen worden.
  • Mogelijke invloed van meervoudige (medische) problematiek kon niet goed worden vastgesteld.

Conclusie en aanbevelingen voor de praktijk

Wanneer een werknemer verzuimt door rouw en begeleid wordt door de bedrijfsarts, moet die rekening houden met een lange(re) verzuimduur. Dit onderzoek wijst op twee werkgerelateerde oorzaken. Enerzijds de omvang van het arbeidscontract (>24 uur per week) en anderzijds bijzondere situaties op het werk zoals de algehele sfeer, een niet goed passende functie of vaak met de dood geconfronteerd worden. Besteed hier tijdens de anamnese aandacht aan. Daarnaast toont dit onderzoek dat de inzet van professionele ondersteuning gepaard gaat met een langere verzuimduur. Het is van belang dat bedrijfsartsen, leidinggevenden en bedrijfsmaatschappelijk werkers voldoende kennis hebben over hoe om te gaan met werknemers die rouwen, zodat zij op het werk goed opgevangen en ondersteund kunnen worden. Naast rouwklachten kan er ook sprake zijn van (andere) psychische klachten. Geadviseerd wordt om daar steeds alert op te zijn en zo nodig te handelen conform de relevante richtlijn(en).
Er werd geen financiële ondersteuning ontvangen voor uitvoer van dit onderzoek. Onderzoek is een onderdeel van de opleiding tot bedrijfsarts via de NSPOH.

Literatuurverwijzingen

1. Kleine I. School de bedrijfsarts in begeleiding rouwverwerking. Medisch Contact. 2019.

2. AStri. Rouw en werk. Explorerend onderzoek naar re-integratie van nabestaanden. Leiden: 2011.

5. Arboned. Rouw op het werk, het bespreken waard. Werk als krachtbron in nieuwe methodiek Arbeid en Rouw. Whitepaper. Utrecht: Arboned; 2012.

6.  Landelijk Steunpunt Rouw. Werken met verlies. Verslag van Het LSR-conferentie over rouw en arbeid in 2000. Utrecht; 2000.

7. Re-integratie bij psychische aandoeningen. Eindrapport. Zoetermeer: Panteia; 2021.

Samenvatting
In dit onderzoek is gekeken naar de gemiddelde verzuimduur bij rouw en welke factoren van invloed zijn op de duur van het verzuim.
Er is een retrospectief cohortonderzoek uitgevoerd waarbij 74 dossiers van werknemers die verzuimden vanwege rouw én door een bedrijfsarts van één arbodienst werden begeleid, zijn geïncludeerd. Er werd een gemiddelde verzuimduur gevonden van 197 dagen (SD 155). Er werden 21 factoren onderzocht op hun relatie met de verzuimduur. Factoren waar na multivariate lineaire regressie-analyse een significant langere verzuimduur werd gevonden zijn: inzet van professionele ondersteuning zoals van POH-GGZ of psycholoog, bijzondere situaties op het werk zoals op het werk in aanraking komen met de dood of een niet goed passende functie en een arbeidscontract van 24 uur per week of meer. Voor de andere onderzochte factoren werd geen relatie gevonden met de verzuimduur.

Aandachtspunten

  • Wanneer een werknemer verzuimt door rouw en gezien wordt door de bedrijfsarts, moet rekening gehouden worden met een lange verzuimduur, hoewel de spreiding groot kan zijn.
  • Met een tweetal werkgerelateerde factoren dient rekening gehouden te worden, namelijk omvang van het arbeidscontract >24 uur/week en bijzondere situaties op het werk.
  • Daarnaast moet bij werknemers waar professionele ondersteuning is ingezet rekening worden gehouden met een langere verzuimduur.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.