Het artikel van Koop et al. biedt een originele invalshoek, waarbij workshops uitgelichte presentaties zijn die worden verzorgd door de onderzoekers zelf. Hebben mannelijke workshoppresentatoren vaker een biomedische focus op pijn?
De Europese Pijn Federatie (EFIC) heeft haar hoofdkantoor in Brussel en staat bekend als de Europese autoriteit op het gebied van wetenschappelijk pijnonderzoek. Ze bevordert een multidisciplinaire aanpak van pijn vanuit een biopsychosociaal perspectief. Het dertiende EFIC-congres stond gepland voor 20-22 september 2023 in Boedapest. Als voorbereiding hierop publiceerde Koop et al. op 25 juli 2023 een artikel in het Scandinavian Journal of Pain over de editie 2022. Ze analyseerden 140 beschikbare abstracts van workshopbijdragen om te onderzoeken of er verschillen zijn tussen mannelijke en vrouwelijke sprekers met betrekking tot de biopsychosociale benadering.
Biopsychosociaal pijnmodel
Dit conceptuele model beschrijft pijn en arbeidsongeschiktheid als multidimensionale, dynamische interactie tussen biomedische, psychologische en sociale factoren die elkaar beïnvloeden. Deze laatste twee factoren worden gezamenlijk de ‘niet-biologische domeinen’ genoemd.
Geografische of genderafwijkingen?
De wetenschappelijke programmacommissie van EFIC zorgt ervoor dat het congresaanbod multidisciplinair is en zowel biologische als niet-biologische domeinen bestrijkt. Koop et al. gaan ervan uit dat dit doel waarschijnlijk wordt bereikt. Echter, zij wilden evalueren of dit evenwicht ook geldt op geografisch en gendergebied.
Focus op workshopbijdragen
Koop en haar collega’s analyseerden workshopbijdragen in plaats van keynote- of posterpresentaties. Deze keuze is ingegeven doordat workshops vanuit de onderzoekers zelf worden aangeboden (bottom-up), terwijl keynotesprekers worden geselecteerd door de wetenschappelijke programmacommissie (top-down). Van de workshops waren 140 abstracts beschikbaar en 56 niet.
‘Mogelijk zijn de genderdiscrepanties te verklaren door de studieachtergrond’
Onderzoeksmethode en resultaten van Meghan Koop et al.
Drie onafhankelijke onderzoekers classificeerden geblindeerd de inhoud van de abstracts als primair biomedisch of primair psychosociaal. Van de 140 workshopabstracts konden er 126 worden ingedeeld: 51 procent met biomedische insteek, 49 procent met een niet-biomedische insteek. Van de 126 workshops had 44 procent een mannelijke spreker en 56 procent een vrouwelijke. De vrouwen presenteerden proportioneel vaker niet-biomedisch-gericht onderzoek dan hun mannelijke collega’s (57% versus 43%). Mannelijke sprekers brachten voornamelijk biomedisch onderzoek ter sprake (61% versus 39% niet-biomedisch-gerichte abstracts).
Geographical differences for the proportion of biomedical and non-biomedical presentations at the 12th EFIC congress. Countries shaded in grey or white delivered less than 5 or no eligible presentations, respectively. AU, Austria; BE, Belgium; DK, Denmark; FIN, Finland; FR, France; GER, Germany; HG, Hungary; ICE, Iceland; IRL, Ireland; IT, Italy; NL, The Netherlands; NOR, Norway; PL, Poland; POR, Portugal; SP, Spain; SWE, Sweden; SWZ, Switzerland; UK, United Kingdom.
Geen genderkloof
De auteurs plaatsen zelf een relevante opmerking bij hun onderzoek. Het is mogelijk dat de genderdiscrepanties te verklaren zijn door de studieachtergrond: vrouwen zijn oververtegenwoordigd in sociale wetenschappen en mannen in STEM-richtingen (Science, Technology, Engineering, Mathematics). Concluderend stellen de auteurs: Met iets meer vrouwelijke dan mannelijke presentatoren lijkt er geen duidelijke genderkloof te zijn, hoewel vrouwen vaker presenteren over niet-biomedische onderwerpen, terwijl mannen vaker presenteren over biomedische factoren van pijn.
Is there a geographic and gender divide in Europe regarding the biopsychosocial approach to pain research? An evaluation of the 12th EFIC congress. Koop et al. Doi: 10.1515/sjpain-2023-0045.