Artsen kunnen in hun spreekkamer te maken krijgen met patiënten die klagen over hun geheugen. Partner, naasten, collega's of werkgever kunnen melden dat de patiënt steeds slechter functioneert. Een onderdeel van de anamnese is na te gaan of de werknemer mogelijk is blootgesteld aan middelen die hersenschade kunnen geven. Meestal betreft het dan oplosmiddelen. Maar ook andere stoffen kunnen neurotoxisch zijn en dergelijke klachten geven. Bij de combinatie van geheugenklachten en blootstelling aan (oplos)middelen is CTE een differentiaal diagnostische overweging. Dat neemt echter niet weg dat andere oorzaken van geheugenklachten zorgvuldig moeten worden uitgezocht. De internationale CTE afspraken geven als voorwaarde dat andere oorzaken voldoende uitgesloten moeten zijn.
Schadevergoeding?
De verwachting is dat medio maart 2020 een schadevergoeding komt voor patiënten met CTE door oplosmiddelen veroorzaakt. Mogelijk komen op uw spreekuur werknemers met de vraag voor een verwijzing naar het Solvent Team. Mogelijk op grond van hun klachten en/of om in aanmerking te komen voor financiële vergoeding. Ons advies is de klachten volledig in beeld te brengen en te onderzoeken of er een relatie is tussen het beloop en de blootstelling. Overspannenheid, depressie en OSAS zijn veel voorkomende ziektebeelden die dezelfde klachten geven. Ga na of deze beelden mogelijk spelen en verzorg behandeling voordat u gaat verwijzen. Mocht u vragen hebben, aarzel niet en neem contact op met het Solvent Team. https://www.mensenarbeid.nl/content/bel-me-terug.
Casus
Aan de hand van twee voorbeelden krijgt u een indruk van klachten van een patiënt en het noodzakelijke onderzoek om de diagnose CTE aan te tonen of uit te sluiten. Dergelijk onderzoek wordt verricht door het Solvent Team Amsterdam UMC, locatie AMC.
Voorbeeld 1
Een huisarts verwijst in 2019 een 47- jarige meubelstoffeerder. De klachten bestaan uit toenemende vergeetachtigheid, angsten en incidenteel agressief en geprikkeld gedrag. Tijdens ons onderzoek blijkt ook dat zijn gewicht een paar kilo kan variëren zonder dat patiënt daarvoor een verklaring heeft. Ook heeft hij het snel koud. Voor zijn angsten krijgt hij via de huisarts lorazepam 1 mg 2dd. Patiënt geeft aan met medicatie zijn angst voldoende te kunnen hanteren. Tot 2015 bestaat zijn werk uit het lijmen van meubelkussens. Het lijmen gebeurt met een nevelspuit. Er is veel werk en hij maakt werkweken van rond de 60 uur. Hij gebruikt geen persoonlijke beschermingsmiddelen. De hal wordt geventileerd door de deuren tegen elkaar open te zetten. Er is geen mechanische ventilatie. Als het buiten kouder wordt, blijven de deuren gesloten. Tijdens de werkzaamheden wordt hij soms duizelig en gaat dan naar buiten om een luchtje te scheppen. Met ongeveer 10-15 minuten kan hij dan weer aan de slag. Een dag op deze wijze werken, wordt bij thuiskomst, door zijn echtgenote opgemerkt. Hij is stiller dan anders en blijft op de bank hangen. Echtgenote merkt dit op, variërend van 1 keer per week tot 1 keer per maand. Vanaf 2015 heeft patiënt geen werk meer en niet meer in dergelijke omstandigheden gewerkt.
Het Solvent Team onderzoekt patiënt en bij het bloedonderzoek wordt een fors verhoogd TSH gevonden. Het Solvent Team komt tot de volgende conclusie. Er is een hoge blootstelling geweest aan oplosmiddelen. De klachten passen bij een CTE. Het beloop, toenemende klachten terwijl er geen blootstelling is, past niet bij CTE. Vervolgens is allereerst verder onderzoek en behandeling voor zijn verhoogde TSH, geadviseerd. Onze verwachting is dat de klachten, na schildklierbehandeling, zullen verdwijnen.
Voorbeeld 2:
In 2019 verwijst een neuropsycholoog van een GGZ-instelling een loodgieter naar het Solvent Team. Hij was daar vanaf 2016 in behandeling vanwege een psychose, maar behandeling daar geeft geen verbetering meer. Gedacht wordt dat resterende klachten toe te schrijven zijn aan een beroepsziekte. Patiënt heeft van 1989-2016 fulltime gewerkt als loodgieter op een werkplaats en komt in 2018 in de WIA. Vanaf 2016 lukt het werk niet meer. De klachten bestaan uit concentratie- en geheugenproblemen. Samen met zijn echtgenote heeft hij diverse werkwijzen aangeleerd om met vergeetachtigheid om te gaan. In 2016 valt hij uit met een psychose. Deze is behandeld en hij geeft aan dat de klachten zoals die nu er zijn ook zo waren voor zijn psychose. Zijn echtgenote geeft aan dat de klachten rond 2011 zijn begonnen en langzaam zijn toegenomen. Zelf heeft hij geen idee wanneer zijn geheugenklachten zijn begonnen. Hij is bij het bedrijf begonnen toen het nog klein was. Er komt steeds meer werk en hij krijgt er ook collega’s bij op de werkplaats. Zijn werkuren zijn tot 2011 rond de 40 uur per week, maar daarna meestal 60 uur per week. Zijn werk bestaat uit het prefabriceren van rioolleidingen en waterleidingen. Deze worden later bij de bouw in wandelementen geplaatst. Tot 2011 soldeert hij 1 dag per week de waterleidingen en de rest van de werkweek bestaat uit het verlijmen van de rioolleidingen. Vanaf 2001 is het verlijmen zijn volledige werk. Vanaf 2014 is hij een volgelaatsmasker gaan gebruiken. Onduidelijk is de frequentie van vervanging van de filterbussen.
Het Solvent Team schat de blootstelling aan de lijm/het oplosmiddel als hoog en de klachten en het beloop passen bij een CTE. Er zijn geen andere verklaringen. Besloten wordt een NPO te gaan uitvoeren om de hersenschade te kunnen objectiveren. Belangrijk is dat betrokkene maximaal presteert. Dit wordt standaard bij het NPO gemeten. Bij het NPO blijkt dat bij betrokkene op de diverse aspecten van het geheugen geen afwijkingen zijn gevonden. De conclusie van het Solvent Team is dat er geen sprake is van CTE. Het team adviseert hervatting van de psychologische begeleiding.
Schildersziekte
Hersenschade door neurotoxische stoffen staat bekend onder de term schildersziekte, OPS (organisch psychosyndroom) of chronische toxische encefalopathie (CTE). De diagnostiek van CTE is lastig. Er zijn geen specifieke onderzoeksmethoden om CTE te kunnen aantonen. In 2012 is een internationale afspraak gemaakt wanneer we klachten van een patiënt als CTE kunnen aanmerken. Deze afspraak stoelt op 5 pijlers:
a)
relevante blootstelling aan oplosmiddelen met een neurotoxisch effect;
b)
passende gezondheidsklachten;
c)
relatie in de tijd tussen het ontwikkelen van gezondheidsklachten en de blootstelling aan oplosmiddelen met een neurotoxisch effect;
d)
uitsluiten van andere oorzaken van de gezondheidsklachten;
e)
afwijkingen bij neuropsychologisch onderzoek (lees aantoonbare schade).
Het Solvent Team is gericht op beoordeling van patiënten met mogelijke chronische encefalopathie veroorzaakt door neurotoxische stoffen. Het Solvent Team bestaat uit klinisch arbeidsgeneeskundigen, neuropsychologen en een arbeidshygiënist. Op multidisciplinaire wijze wordt beoordeeld of de gezondheidsklachten een relatie tot het werk hebben.