Themanummer Hand- en Polsklachten | Blijvende invaliditeit na handletsel |Prof. Ruud Selles: starten met niet-chirurgische behandeling moet de norm zijn | Werkhervatting na een CVA
Patiënten met hand- en polsletsel die een letselschadezaak hebben lopen, herstellen moeizamer onafhankelijk van de (non-)invasieve behandeling.
TBV bracht het eerste nummer uit in maart 1993. Hoofdredacteur van het eerste uur was Nico Croon, de huidige voorzitter van de TBV-congrescommissie. De TBV-redactie brengt al jaren themanummers uit; sinds 2015 is de inhoud van het jaarlijkse themanummer gekoppeld aan het TBV-congres.
Bedrijfs- en verzekeringsartsen zien regelmatig beroepsziekten aan hand en pols in hun praktijk. Het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten maakte een overzicht van de kenmerken van deze beroepsziekten in de laatste tien jaar. Het ging hierbij om 2139 meldingen.
Passend bij dit themanummer las Gilbert Wijntjens de WHO Multimodal Hand Hygiene Improvement Strategy.
Voor het eerst een column mogen schrijven vind ik best spannend. En dan ook nog met als titel 'Wat is er aan de hand?'. Nou..., toch wel het gevoel van podiumvrees om te beginnen met schrijven.Je handen heb je zowel in het werk als buiten het werk nodig. Werkelijk voor alles gebruik je je handen. Als je daarin beperkt wordt, word je zowel in werk als het dagelijks leven beperkt.
In Nederland gebeuren jaarlijks circa 220.000 arbeidsongevallen.1 Ook handletsel komt hierbij voor. Dit heeft mogelijk grote gevolgen voor (blijvende) arbeidsongeschiktheid en resulteert vaak in een letselschadezaak. Er is echter weinig bekend over (risico)factoren die terugkeer naar werk en de duur van een letselschadezaak beïnvloeden bij patiënten met arbeidsgerelateerd handletsel.
Klaziena Politiek promoveerde in 2020 op haar onderzoek naar pathogenese, effectiviteit en veiligheid van systemische behandelingen en de ziektelast van handeczeem.
Voor u ligt ons themanummer hand- en polsklachten met een breed aanbod aan kennis en inzichten vanuit wetenschap en praktijk. Een goede handfunctie is in nagenoeg elk werk essentieel. De impact van een beperkte hand- en polsfunctie is dan ook groot. Toch zijn we als bedrijfs- en verzekeringsartsen nog voornamelijk aangewezen op richtlijnen voor hand- en polsaandoeningen uit de curatieve sector. Hoog tijd dus om de handen ineen te slaan voor betere evidencebased bedrijfs- en verzekeringsgeneeskundige zorg bij hand- en polsproblematiek.
Plastisch chirurg Reinier Feitz verdedigde eind 2021 zijn proefschrift aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij onderzocht de uitkomsten van open TFCC-herstel.
Onvoldoende herstel van scaphoïdfracturen kan leiden tot beperkingen in hand- en polsbelasting en problemen in werk. Dit praktijkvoorbeeld gaat in op adequate diagnostiek, behandeling, valkuilen en functionele beperkingen bij scaphoïdfracturen. Essentiële kennis voor bedrijfs- en verzekeringsartsen als het gaat om re-integratie en duiden van belastbaarheid.
Handeczeem is een veelvoorkomende beroepsziekte. Bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) komen echter gemiddeld slechts 65 meldingen per jaar binnen van beroepsgebonden handeczeem. Onze ervaring is dat bedrijfsartsen werknemers pas zien als het eczeem zo erg is dat de werknemer zich heeft ziekgemeld.
Artrose van de handen komt meestal voor in de distale en proximale interfalangeale gewrichtjes van de vingers (de DIPs en PIPs) en het carpometacarpaal gewricht van de duim (CMC I-gewricht). Polsartrose komt nogal eens voor als laat gevolg van trauma(fracturen).
Hand- en polsletsel komen in de bedrijfs- en verzekeringsgeneeskundige praktijk frequent voor. De beoordeling van de belastbaarheid van hand en pols kan verstrekkende gevolgen hebben voor werk of uitkering. Wij pleiten daarom voor de ontwikkeling van een richtlijn als houvast.
Aandoeningen van de bovenste extremiteit geven vaak beperkingen in werk. Voor behandelend orthopeden is een vragenlijst ontwikkeld (WORQ-UP) met als doel het signaleren van beperkingen. Daarmee kunnen, in overleg met de bedrijfs- of verzekeringsarts, behandelingen worden aangepast aan specifieke werkgerelateerde behoeften van patiënten.
Corry van der Sluis is hoogleraar revalidatiegeneeskunde met speciale aandacht voor arm- en handrevalidatie bij het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). In dit interview gaat zij dieper in op de focus van haar onderzoek gericht op het verbeteren van participatie en kwaliteit van leven bij mensen met een amputatie van of congenitaal reductiedefect van de bovenste extremiteit.
Ongeveer 80 procent van de patiënten die een cerebrovasculair accident (CVA) overleven, heeft direct na de beroerte een verlamming of parese van de arm en hand. Hoewel spontaan neurologisch herstel gedurende de eerste weken na een beroerte bij veel patiënten leidt tot verbeterde motorische functies, laten diverse longitudinale studies zien dat bij 30 tot 66 procent van de patiënten de aangedane arm en hand zes maanden na de beroerte nog forse motorische beperkingen heeft. Voor patiënten die na verloop van tijd weer aan het werk willen, heeft dit grote gevolgen.1
De handfunctie is essentieel voor dagelijks functioneren; in werk en thuis. Handletsel kan een oorzaak van arbeidsongeschiktheid zijn en beperkingen geven in zelfzorg en uitvoeren van ADL. Niet alleen bedrijfsartsen en publiek werkzame verzekeringsartsen komen handletsel tegen op het spreekuur, ook private verzekeringsartsen zien het regelmatig in dossiers.
Handbelastbaarheid kan worden gemeten met een specifieke functionele capaciteitevaluatie (FCE). Een FCE geeft inzicht in de functionele capaciteit en heeft gunstige effecten op de begeleiding bij terugkeer naar werk. De uitvoering van een FCE wordt efficiënter door selectie van relevante testen en verminderen van het aantal herhalingen per test.
Een onderzoek naar het gebruik van lichamelijk onderzoek door verzekeringsartsen bij het vaststellen van beperkingen in hand- en vingergebruik.