Vrouwspecifieke aandoeningen en klachten zijn van alle tijden en kunnen de oorzaak zijn van kort en langdurig verzuim en zelfs van blijvende arbeidsongeschiktheid. Toch blijft de erkenning en herkenning ervan achter. Ook is er relatief weinig wetenschappelijk onderzoek naar. Daarom organiseerde TBV voor de tweede maal een congres over dit belangrijke thema. Tijdens dit 21e TBV-congres werd goed duidelijk hoe breed het onderwerp is en hoe groot de impact kan zijn op het werkvermogen. Het gaat bij vrouwspecifieke klachten immers om meer dan alleen de overgang, een onderwerp waar de laatste jaren toenemende aandacht voor is. Ook endometriose, vrouwspecifieke vormen van kanker, de menstruatiecyclus of gevolgen van zwangerschap en bevalling kunnen het werkvermogen van vrouwen aantasten. En dan zijn er ook nog de risicofactoren voor vrouwen bij onder andere hart- en vaataandoeningen.
Fysieke verschillen
Genoeg onderwerpen om een congres mee te vullen dus. Het ochtendprogramma ging van start met Astrid Vollebregt, urogynaecoloog in het Spaarne Gasthuis. Ze stelt dat vrouwen weliswaar langer leven, maar in minder goede gezondheid dan mannen. Ook is – bij alle leeftijden – het ziekteverzuim hoger dan bij mannen. De verklaring zit volgens haar in de fysieke verschillen tussen mannen vrouwen. Behalve de overgang benoemt ze onder andere cyclusstoornissen (veroorzaakt door bijvoorbeeld myomen, littekens na een keizersnede of hormoonproblemen), PMS en PMDD (PreMenstrual Dysphoric Disorder), bekkenbodemproblemen en endometriose.

Vaak lopen vrouwen jarenlang door met klachten omdat niet de juiste diagnose wordt gesteld. Zo duurt het bij endometriose 7 tot 10 jaar voordat er een juiste diagnose is. Bij PMDD is dat gemiddeld zelfs 13 jaar. Veel van de aandoeningen zijn lastig te diagnosticeren, ook om dat medische specialismen niet altijd even goed samenwerken. Zo kan het voorkomen dat een vrouw met endometriose vijf jaar lang in behandeling is, voordat de MDL-arts doorverwijst naar de gynaecoloog. Veel klachten en aandoeningen zitten ook nog te veel in de taboesfeer, meent Vollebregt. Bijvoorbeeld bij urineverlies door bekkenbodemklachten. Het wordt weinig besproken ondanks de grote impact op de kwaliteit van leven.
Herkenning
Voor vrijwel alle vrouwspecifieke aandoeningen en klachten is volgens Vollebregt nog onvoldoende herkenning en erkenning. Het project Maatschappelijke acceptatie van vrouwspecifieke aandoeningen moet hierin verbetering brengen. Het door ZonMw gefinancierde programma gaat kennishiaten in kaart brengen en bekijken welke kennis snel geïmplementeerd kan worden. Ook is er een brede alliantie opgericht die zorgverleners, werkgevers, beleidsmakers en patiëntenorganisaties samenbrengt.
Vaak lopen vrouwen jarenlang door met klachten omdat niet de juiste diagnose wordt gesteld
De focus ligt op preventie, betere diagnostiek, behandeling en het delen van kennis, zowel binnen de zorg als met patiënten zelf. Het project richt zich in eerste instantie op vier aandachtsgebieden: bekkenbodemproblemen, cyclusproblemen, hormonale problemen en vulvaire problemen. Een goede aanpak leidt tot betere kwaliteit van leven, maar ook tot enorme besparingen. Vollebregt stelt dat in de zorgsector, waar 85% vrouw is, het jaarlijkse ziekteverzuim door deze aandoeningen oploopt tot 60.000 Fte. Van al het ziekteverzuim wordt 10% veroorzaakt door cyclusstoornissen en 40% van de vrouwen gaat parttime werken vanwege deze klachten. Voor bedrijfsartsen heeft ze ook een advies: wees je bewust dat vrouwspecifieke aandoeningen een factor kunnen zijn bij ziekteverzuim en doe hierover kennis op. Zorg ook voor juiste doorverwijzingen en werk samen met andere disciplines. Ook is het volgens haar belangrijk om binnen organisaties te zorgen voor voorlichting en beleid op dit gebied.
Lange lijst
Als tweede spreker vertelde bedrijfsarts Sophia Franklin dat de NVAB-richtlijn Overgang en Werk bijna klaar is. Hoog tijd, want de CAS-code voor overgangsklachten wordt slechts zelden gebruikt. En dat is statistisch gezien eigenlijk onmogelijk. Er zijn 3,8 miljoen werkende vrouwen waarvan 1,8 miljoen tussen 45-60 jaar. En 80% van hen heeft last van de overgang, stelt ze. Het wordt vaak niet herkend en dus ook niet erkend en op de werkvloer is het onderwerp vaak taboe.

De impact op het lichaam is groot omdat vrijwel elk weefsel oestrogeen-receptoren bevat. Als de oestrogeenkraan langzaam wordt dichtgedraaid, kunnen de klachten zich dan ook op veel gebieden uiten. Naast opvliegers, hartkloppingen en nachtzweten komen ook blaasproblemen, bekkenbodemklachten, spier- en gewrichtspijn, slaapstoornissen, vermoeidheid, stemmingswisselingen, depressie en geheugenproblemen voor. De lijst is lang. Op langere termijn worden ook cognitieve problemen aan de overgang gelinkt. Zo kunnen de verbale vaardigheden verminderen, hart- en vaatziekten optreden, net als osteoporose en dunnere huid- en slijmvliezen.
Kantelpunt
Franklin noemt de overgang onvermijdelijk, een kantelpunt in de gezondheid van vrouwen en een belangrijke oorzaak van verzuim. Dat vrouwen er toch nog te weinig over spreken, ligt volgens haar aan onvoldoende kennis en herkenning, negatieve associatie met de overgang door stereotype beeldvorming en angst voor negatieve gevolgen op carrièreperspectief. Ook hebben vrouwen in de overgangsleeftijd vaak minder tijd voor zelfzorg. De levensfase gaat immers vaak gepaard met puberende kinderen en mantelzorg.
De overgang is onvermijdelijk en een kantelpunt in de gezondheid van vrouwen
Bedrijfsartsen kunnen volgens haar veel doen. Maak de overgang bespreekbaar, handel proactief en zorg voor trainingen of informatiebijeenkomsten. Heb ook aandacht voor de fysieke arbeidsomstandigheden zoals klimaatregeling of een rustige werkplek. Zorg ook voor verminderde werkdruk en stress wanneer dat nodig is. Ook raadt Franklin aan om structureel aandacht aan de overgang te besteden in het Arbo- en gezondheidsbeleid en om preventieve consulten voor vrouwen boven de 40 in te stellen. Verder is het zaak om vrouwen betrouwbare informatiebronnen aan te bieden en gezond gedrag te stimuleren. Mocht er verwijzing plaatsvinden dan vindt ze het ook belangrijk dat je als bedrijfsarts een goede follow-up doet. Check of inderdaad de juiste behandeling gegeven wordt. En tot slot: gebruik de CAS-code (U645 Menopauzale en perimenopauzale stoornissen).
Hersteladviezen
De laatste spreker van het ochtendprogramma was Han Anema, bedrijfsarts, verzekeringsarts en tevens hoogleraar Sociale Geneeskunde. Hij ging met name in op herstel en werkhervatting na bevalling, keizersnede en operaties voor vrouwspecifieke aandoeningen. Zijn interesse over dit onderwerp komt voort uit zijn vroegere spreekkamerervaring als bedrijfsarts. Veel vrouwen die hij zag, stelden dat ze volgens de dokter zeker een half jaar niet konden werken na de operatie. Toen later de minimaal invasieve chirurgie zijn intrede deed, verliepen het herstel en de werkhervatting niet sneller. Er is kortom veel te doen over hersteladviezen, zo stelt hij. Heeft de chirurg een glazen bol, of is het verwachtingsmanagement en puur menselijk gedrag? Uiteraard is de mate van invasiviteit van belang, maar ook het advies van de dokter, en dat kun je beïnvloeden, stelt Anema. Volgens hem zijn veel vrouwen bang om te vroeg te beginnen vanwege het risico op klachten en complicaties.
Winst
Om het herstel en de werkhervatting te bevorderen, deed Anema wetenschappelijk onderzoek dat uiteindelijk leidde tot de app IkHerstel, die hij samen met hoogleraar gynaecologie Judith Huirne ontwikkelde. De app geeft vóór en ná de operatie relevante informatie en een gepersonaliseerd herstelplan. De “digitale persoonlijke coach” ondersteunt de patiënt tijdens het hele zorgtraject en de zorgprofessional kijkt op afstand mee. Uit de praktijk blijkt dat de patiënt die kleine of middelgrote ingrepen ondergaat 5 dagen eerder het werk hervat. Bij grote ingrepen is de winst 13 dagen.
Volgens Anema is er ook sprake van betere PROMIS-scores, betere kwaliteit van leven en minder pijn door hersteladviezen. De app startte met gynaecologische ingrepen en verloskunde maar wordt uitgebreid met urogynaecologie en orthopedie (knieprotheses). Om de app breed in de ziekenhuizen geaccepteerd te krijgen is het echter zaak om alle specialismes op te nemen. Ook bedrijfsartsen zouden wat Anema betreft inzage in IkHerstel moeten hebben. Dat kan ook wanneer de patiënt daarvoor toestemming geeft. Lees hier het interview dat TBV-online had met Han Anema.
Workshops
Na de lunch kon iedere bezoeker kiezen uit deelname aan twee van de vier verdiepende workshops over vrouwspecifieke aandoeningen. De workshops gingen over het vrouwenhart, de bekkenbodem, de late gevolgen van borstkankerbehandelingen en de overgang als risicofactor voor arbeidsongeschiktheid.
Gender en geslacht
Het symposium werd afgesloten door biomedisch wetenschapper Aranka Ballering (UMC Groningen) met een presentatie over geslacht, gender en veelvoorkomende lichamelijke klachten. Daaronder vallen bijvoorbeeld hoofdpijn, vermoeidheid, rugpijn, misselijkheid en tintelende handen en voeten. Uit haar promotieonderzoek komt naar voren dat vrouwen frequenter, ernstiger en meer verschillende, veelvoorkomende lichamelijke klachten hebben dan mannen. Opvallend daarbij is de invloed van genderrollen. Wanneer mannen meer de rol vervullen die traditioneel als vrouwelijk wordt gezien, zoals zorgtaken in het gezin of mantelzorg, ervaren ze ook vaker veelvoorkomende klachten. Ballering deed ook onderzoek naar restklachten na covid-infecties en ook daar zijn genderverschillen aangetoond: vrouwen hebben over het algemeen vaker persisterende klachten dan mannen. Ook ging ze in op huisartsbezoek. Vrouwen zoeken vaker hulp bij de huisarts, met name bij klachten als lage rugpijn en vermoeidheid.
Ze liet aan de hand van voorbeelden ook zien dat er in het arts-patiënt contact veel genderspecifieke verschillen zitten. Het gaat dan bijvoorbeeld om stereotype denken, mannelijk of vrouwelijk taalgebruik en om coöperatieve of juist verstorende onderbrekingen van het gesprek. Opvallend is dat vrouwen minder vaak dan mannen diagnostische interventies aangeboden krijgen. Dit geldt voor lichamelijk onderzoek, beeldvorming en verwijzing naar een specialist. Wel krijgen vrouwen vaker dan mannen laboratoriumonderzoek aangeboden. Het effect hiervan is dat vrouwen 6 procent minder kans hebben dat een ziektediagnose wordt gekoppeld aan een lichamelijke of mentale aandoening.