Het was de tweede keer dat UWV Eindhoven een regionale netwerkbijeenkomst organiseerde. De eerste editie, vorig jaar, stond in het teken van nachtwerk.
De ruim 90 deelnemers begonnen de avond met netwerken en een lichte maaltijd. Daarna startte het programma met Ingrid Boelhouwer, docent en onderzoeker bij de opleiding toegepaste psychologie. Ze vertelde over haar promotieonderzoek ‘Werk na kanker.’ Via vragenlijsten en interviews heeft zij data verzameld van 750 werkenden, 2-10 jaar na kankerdiagnose. Het merendeel betrof vrouwen die borstkanker (gehad) hebben. De meesten werkten in loondienst, maar zij had ook voldoende ZZP’ers om nadere analyse te doen. De voornaamste klachten waren vermoeidheid (41%), moeite met concentratie en/of geheugen (26%) en gegeneraliseerde fysieke klachten, zoals verminderde conditie (20%). De werknemers in loondienst gaven aan dat al deze klachten hun werk negatief beïnvloedde, terwijl ZZP’ers aangaven dat vermoeidheid de grootste belemmering was om te werken. Gelukkig werden ook positieve factoren gevonden: autonomie en steun van collega’s en leidinggevenden. Haar advies is om de sociale steun op peil te houden, ook jaren na de diagnose en behandeling.
Bijzondere impact
Bedrijfsarts Wessel de With werkt onder andere op de polikliniek oncologie in een ziekenhuis en vertelde over zijn ervaringen. De diagnose kanker heeft een bijzondere impact, maar door vroege diagnose en verbeterde behandelresultaten is het gelukkig niet meer een doodsvonnis en heeft het inmiddels overeenkomsten met een chronische ziekte. In de NVAB richtlijn over kanker en werk wordt aangegeven dat de oorzaken van chronische vermoeidheid en cognitieve klachten multifactorieel zijn met psychosociale componenten. Soms vermijden leidinggevende of collega’s contact en sommige bedrijfsartsen of verzekeringsartsen verwaarlozen patiënten door minder frequent contact te hebben tijdens de begeleiding. Hij prikkelde de toehoorders met de vraag: “Staat GBM voor ‘geen begeleiding meer’?” Iedere patiënt heeft behoefte aan perspectief, ook bij kanker. Hij adviseert om de patiënt te vragen hoe hij/zij het leven weer vorm wil geven na het behandeltraject.
Re-integratiecoach Astrid van Waart tenslotte, is manager van een bureau gespecialiseerd in re-integratiebegeleiding bij kanker. Zij nodigt cliënten uit om zelf de regie te nemen over werk. Zij geeft aan dat werken tijdens of tussen behandelingen mag ‘als je het kunt en als je wilt.’ Cliënten moeten zelf hun grenzen aangeven en met de leidinggevende en bedrijfsarts blijven evalueren omdat de belastbaarheid verandert. Zij besteedt ook aandacht aan mogelijke terugval na werkhervatting. Van Waart adviseert cliënten aandacht te houden voor hun belastbaarheid en te blijven evalueren met de leidinggevende en zo nodig ook de bedrijfsarts.
Na de drie sprekers gingen de aanwezigen in kleine groepen uiteen om de opgedane kennis na te bespreken, wat tot levendige gesprekken leidden. De avond werd afgesloten met een drankje. Gezien de hoge waardering van deze en de vorige regionale netwerkbijeenkomst, bevelen de organisatoren ook andere UWV-regio’s van harte aan om een netwerkbijeenkomst te organiseren ter verdieping van de kennis en de onderlinge samenwerking.
De regionale netwerkbijeenkomst werd georgeniseerd door Nicole Spruijt nicole.spruijt@arboned.nl, Stijn Croonen, Rob Frischen, Nicole van Gerwen, Ilse Hoeks, en Marjolein Oerlemans.