Kun je iets vertellen over het ontstaan van de afdeling beroepsrisico van de Nationale Politie?
‘De samenwerking met de politie begon met het meldpunt voor PTSS. Daar was ik, samen met een collega, een kleine tien jaar geleden bij betrokken. Enkele jaren later vond er een herstructurering plaats bij de politie. Daaruit ontstond de wens om zowel regionaal als landelijk niet alleen PTSS, maar de beoordeling van alle beroepsziekten op een punt samen te laten komen. Dat werd de Polikliniek Mens en Arbeid van het Amsterdam UMC (locatie AMC). De keuze viel op ons omdat politie en vakbonden daarvoor een onafhankelijk instituut wilden. Bovendien had de politie goede ervaringen met onze eerdere werkzaamheden voor het meldpunt PTSS van de politie.’
Om hoeveel meldingen gaat het ongeveer?
‘In de afgelopen tien jaar gaat het om 3.500 aanvragen, waarvan het overgrote deel PTSS betreft.’
Hoe verloopt het beoordelingsproces?
‘Er is bedacht dat het een tweetrapsraket of, zo je wilt, een vier-ogen-principe moet zijn. Idealiter is de bedrijfsarts van de politie het eerste paar ogen en wij van afdeling beroepsrisico het tweede paar. Zijn we het beiden eens, dan gaat het dossier voor beoordeling naar de adviescommissie. In de praktijk werkt het echter nog niet zo. Op dit moment doet de betrokken medewerker zelf de aanvraag, wat een behoorlijke papierwinkel is. Daarbij wordt gelukkig wel ondersteuning gegeven. Het dossier komt naar ons en wij controleren aan de hand van een checklist of alles compleet is. Is het dossier rond, dan gaat het naar de onafhankelijke adviescommissie, zo niet dan laten we aanvullend onderzoek doen. De adviescommissie beoordeelt of er wel of niet sprake is van beroepsgebonden PTSS. Is het oordeel-bevestigend, dan komt de medewerker voor erkenning en compensatie in aanmerking. Op dat moment slaat de casus om van medische naar juridische causaliteit en naar compensatiewaardig zijn. Is er geen sprake van beroepsgebonden PTSS, dan koppelen we dat terug naar de betrokken medewerker. Deze kan dan alsnog besluiten om een aanvraag in te dienen, maar de kans dat deze gehonoreerd wordt, is heel erg klein.’
Waarom nemen veel bedrijfsartsen de eerste beoordeling nog niet voor hun rekening?
‘Alle bedrijfsartsen zouden het moeten kunnen, maar ondanks het bestaan van de registratierichtlijn PTSS vinden zij het toch niet makkelijk. We horen dat ook wanneer we nascholing aan bedrijfsartsen verzorgen. PTSS vaststellen is niet makkelijk en daarom adviseren wij vaak om ook een behandelaar in te schakelen. Iemand die kan beoordelen of er – zoals in de richtlijn staat – sprake is van bijvoorbeeld vermijding en negatieve cognities en of er kernincidenten zijn geweest waarbij levens gelaten of ernstig bedreigd zijn.’
Kun je in het algemeen iets vertellen over de ontwikkeling van psychische aandoeningen als beroepsziekte?
‘Het aantal beroepsziekten met een psychische achtergrond is de afgelopen jaren flink toegenomen. Veel mensen raken uit balans en worden daardoor ziek. Een deel van die gevallen is in overwegende mate te schrijven aan het beroep en volgens die Nederlandse definities is er dan sprake van een beroepsziekte. Tijdens de coronaperiode is de situatie slechter geworden, maar ook nu corona achter de rug is zien we nog frequent gevallen. Dat kan te maken hebben met de personeelstekorten die er op allerlei fronten zijn. We zien het vooral in sectoren waar veel vrouwen werken, zoals de zorg. Maar ook onder mannen neemt het toe.’
Uit de cijfers blijkt dat de het aantal beroepsziekteregistraties afneemt. Geldt dat ook voor PTSS als beroepsziekte?
‘Bij PTSS zien we geen daling. Je hoeft het nieuws maar te zien om te weten dat mensen die op straat werken vaak worden geconfronteerd met heel ingrijpende gebeurtenissen. Dat het aantal meldingen daalt, zal eerder te maken hebben met het feit dat er minder bedrijfsartsen zijn en dat er meer taakdelegatie plaatsvindt, waarbij verpleegkundigen een werknemer zien en minder snel een beroepsziekte vaststellen.’
Heb je nog een boodschap aan de vooravond van het TBV-congres over agressie?
‘PTSS komt vaker voor dan er nu gesignaleerd wordt. Ik heb het ook in mijn eigen praktijk als bedrijfsarts ervaren. Als je op een gegeven moment een cliënt hebt met onbegrepen psychische klachten die veel langer duren dan je zou verwachten, dan is het verstandig om verder te kijken. Zelf kreeg ik een werknemer van een bedrijf op spreekuur die in zijn vorige werk bij defensie op uitzending was geweest en oorlogshandelingen had meegemaakt. Hij maakte in de werksfeer iets ingrijpends mee en decompenseerde toen. Een ander voorbeeld? Een universitair opgeleide asielzoeker die psychische klachten kreeg. Na veel praten kwamen we erachter dat hij in het land van herkomst zijn dochter was kwijtgeraakt door geweld. Dit soort gevallen waren voor mij een eyeopener. Ik wil bedrijfsartsen dan ook prikkelen: als het niet loopt zoals je verwacht, maak dan toch die verdiepende diagnostische slag.’
Psychische aandoeningen als beroepsziekten
Aantal meldingen (2022): 1431 meldingen door 708 artsen. Meest voorkomende aandoeningen:
Meest getroffen sectoren:
|