Zowel de meldingsfrequentie van verzuim als het verzuimpercentage ligt in Nederland hoger bij vrouwen dan bij mannen. Een mogelijke verklaring hiervoor kunnen verschillen zijn tussen beide geslachten in ervaren energiebronnen en stressoren, zoals beschreven in het Job Demands-Resources model (JD-R model). Indien verschillen aanwezig zijn, kan er een noodzaak bestaan om preventieve maatregelen voor werkgevers en handvatten voor bedrijfsartsen in de spreekkamer aan te passen aan gender. Dit met als doel de duurzame inzetbaarheid van beide genders te vergroten. Om te onderzoeken of hier aanknopingspunten voor zijn, is onderzocht in hoeverre er verschillen zijn tussen mannen en vrouwen in energiebronnen en stressoren.
Een cross-sectioneel onderzoek is uitgevoerd, waarbij in data van Preventief Medisch Onderzoek (PMO) van 22.761 werknemers is gekeken of er verschillen bestaan in de uitkomsten van energiebronnen en stressoren tussen mannen en vrouwen. In de PMO-vragenlijsten wordt gebruik gemaakt van een Likert-schaal, waarbij de antwoorden van meerdere vragen tezamen leiden tot een totaalscore voor verschillende deelonderwerpen. De scores van deze deelonderwerpen leiden vervolgens tot een totaalscore tussen de 1 en de 4nlnknnvoor energiebronnen en stressoren. Een lagere score geeft een gunstigere uitslag weer. Zowel de totaalscores van de energiebronnen en stressoren, als de scores van de deelonderwerpen zijn geanalyseerd. Bij data die normaal verdeeld waren, is met behulp van de ongepaarde t-test gekeken of significante verschillen bestonden tussen mannen en vrouwen. Voor data die niet normaal verdeeld waren, is gebruik gemaakt van de Mann Whitney U toets. Voor de analyses is gebruikt gemaakt van SPSS, waarbij voor significante verschillen een p-waarde van < 0,05 is aangehouden.
Van de 22.761 participanten was 65,7% man en 34,3% vrouw. De gemiddelde leeftijd van de werknemers was 45 jaar en werknemers waren gemiddeld 12,6 jaar in dienst bij hun huidige werkgever. De gemiddelde score voor stressoren voor vrouwen (M 1,77; SD 0,37) was significant lager dan de gemiddelde score voor mannen (M 1,79; SD 0,37) (p = 0,003). De gemiddelde score voor energiebronnen was voor mannen (M 1,80; SD 0,47) significant lager dan voor vrouwen (M 1,85; SD 0,47) (p < 0,001). Ten aanzien van de deelonderwerpen zijn significante verschillen gevonden in werkvariatie, ontwikkelmogelijkhedenhjn, zelfstandigheid, rolduidelijkheid, werkdruk, invloed van privé op werk, conflicten op het werk, emotionele belasting en ongewenst gedrag intern.
Er zijn significante verschillen in energiebronnen en stressoren tussen de beide geslachten aangetoond. Mannen scoren namelijk lager op energiebronnen en vrouwen lager op stressoren. Ondanks dat significante resultaten zijn gevonden, zijn de absolute verschillen tussen mannen en vrouwen klein. Daarom is verder onderzoek nodig om te bepalen in hoeverre beleid in verzuim en preventie toegespitst dient te worden op geslacht.
Lees het hele onderzoek hier.
