Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Vrouwspecifieke zorg is voor bedrijfs- en verzekeringsartsen nog ontongonnen gebied

Jozien Wijkhuijs
Hoogleraar en bedrijfs- en verzekeringsarts Han Anema spreekt tijdens het aankomend TBV-congres, Vrouwspecifieke aandoeningen in de praktijk van de bedrijfs- en verzekeringsarts. Hij gaat spreken over hun rol in de begeleiding bij herstel en werkhervatting na bevalling, keizersnede en operaties voor vrouwspecifieke aandoeningen. De kennis over de rol van bedrijfs- en verzekeringsartsen in de vrouwspecifieke zorg staat volgens Anema nog in de kinderschoenen.

Han Anema is hoogleraar sociale geneeskunde, in het bijzonder arbeids- en verzekeringsgeneeskunde bij het AmsterdamUMC. ‘Ik gebruik liever “arbeidsgeneeskunde” dan “bedrijfsgeneeskunde”,’ zegt hij. ‘Het gaat volgens mij namelijk om arbeid en gezondheid, niet alleen om bedrijven. Bij leken leeft ook de connotatie met werken in opdracht van het bedrijf, maar dat klopt natuurlijk niet. Het gaat om de werkenden.’ Anema heeft in zijn leeropdracht een aanpassing laten maken: van bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde- en naar arbeids- en verzekeringsgeneeskunde.

Han Anema
Han Anema

Hij heeft namelijk in beide vakgebieden gewerkt en heeft een zeldzame dubbele registratie. ‘In de jaren negentig was er een experiment waarin ik opgeleid werd als Arts voor Arbeid en Gezondheid. Helaas is het bij het dit experiment gebleven en moest ik toch na afloop als bedrijfsarts of verzekeringsarts geregistreerd worden. Omdat ik op dat moment als bedrijfsarts werkte kreeg ik die registratie. Later heb een extra opleiding gedaan en me ook als verzekeringsarts geregistreerd.’ Voor hem zijn beide vakgebieden eigenlijk helemaal niet zo gescheiden. ‘Ik vind het jammer dat aios niet in één groep zitten zoals ik destijds. Je kunt zoveel van elkaar leren, iedereen werkt in een andere context, maar veel principes zijn hetzelfde.’ In de praktijk probeert Anema dit ook uit te voeren. ‘Ik zit in twee intervisiegroepen en probeer die groepen twee keer per jaar samen te brengen. Dat is voor mij een principekwestie, de twee vakgebieden horen bij elkaar.’

Eigenlijk wilde hij neuroloog worden, hij deed onderzoek naar MS in het VUmc en wilde naast de opleiding tot ook promoveren. ‘Dat laatste kon, maar ik had geen garantie op een plek in de opleiding.’ Er waren te weinig opleidingsplekken. Hij besloot in de tussentijd als sociaal geneeskundige aan de slag te gaan. Toen hij al een tijd als bedrijfsarts (in opleiding) werkte, lonkte toch weer de wetenschap. ‘Ik werkte toen al bijna 10 jaar in de praktijk en het begon weer te kriebelen,’ vertelt Anema. ‘Ik vroeg samen met bedrijfsarts-hoogleraar Willem van Mechelen twee keer een NWO-beurs aan, maar mede door het gat in m’n CV bleek dat moeilijk. We zijn toen met het NWO gaan praten en die zagen ook wel de noodzaak om artsen in opleiding in de sociale geneeskunde deze beurs te geven, om een academisch kader voor het vakgebied te scheppen.’

Hij diende opnieuw een aanvraag in en kreeg een beurs, waarmee hij ging promoveren aan de VU deels gedetacheerd vanuit TNO. Uiteindelijk werd hij, , hoogleraar Sociale Geneeskunde daar en registreerde zichzelf ook zowel als bedrijfsarts en verzekeringsarts. ‘Het is een apart loopbaanpad, maar ik heb geen enkel moment spijt gehad.’

Interventies en workshops

Zijn bijzondere expertise ligt nu bij vrouwspecifieke aandoeningen, waar hij ook over zal spreken tijdens het komende TBV-congres. ‘Mijn interesse werd gewekt toen ik werkte als bedrijfsarts voor de zorg. Ik zag bijna alleen maar vrouwen op m’n spreekuur,’ vertelt hij. ‘Wat me opviel, is dat er heel veel vrouwspecifieke aandoeningen langskwamen. Bijvoorbeeld vrouwen die werden geopereerd aan hun baarmoeder. Er zat een enorm verschil in hoe ze daarmee omgingen, welke adviezen van hun arts ze kregen en hoe lang ze uit het arbeidsproces waren.’ Anema wilde er meer van weten en ging samen met TNO en de NVAB op zoek naar een concrete herstel en werkhervattingsadvies om vrouwen in deze situatie te kunnen geven. ‘Er bleek geen onderzoek naar te zijn gedaan. Daarom heb ik via Delphi onderzoek consensus proberen bereiken tussen gynaecologen, bedrijfs- en huisartsen zodat vrouwen beter terug naar werk worden begeleid,’ zegt hij. ‘Samen met een collega van gynaecologie aan de VU begon ik een onderzoekslijn en van het een kwam het ander.’

“We zien menopauze nauwelijks terug in de verzuimregistratie”

De kennis over de rol van bedrijfs- en verzekeringsartsen in de vrouwspecifieke zorg staat volgens Anema nog in de kinderschoenen. ‘Een voorbeeld is dat ik samen met collega gynaecoloog Marijke Geukes voor haar promotieonderzoek een enquête heb uitgezet onder bedrijfsartsen, over hoe ze tegen menopauze en werk aankijken. Dan zie je dat veel van hen worstelen met dit onderwerp. We zien ook nauwelijks in de verzuimregistratie dat het als diagnose wordt genoemd en de relatie van de door vrouwen ervaren klachten met de menopauze wordt gelegd.’ In zijn onderzoek heeft hij heel duidelijk de link gelegd tussen psychische klachten bij vrouwen en de menopauze. ‘Het is dan belangrijk om ons niet alleen op de vrouwen zelf te richten, maar ook op de werkcontext eromheen, en op de leidinggevenden. We hebben interventies en workshops georganiseerd, om tot meer acceptatie op de werkplek te komen. Hoe kun je het werk zodanig aanpassen dat deze vrouwen normaal kunnen functioneren?’ Uit de survey bleek volgens Anema ook dat meer scholing op dit gebied nodig is. ‘Het blijkt een taboe om over te spreken, ook onder bedrijfsartsen.’

Obsolete adviezen

Een van de interventies die hij samen met hoogleraar Gynaecologie Judith Huirne ontwikkelde is een app genaamd Ik Herstel, die bedoeld is om vrouwen te begeleiden voor en na de operatie. Ook kan de app helpen om met de werkgever voor de operatie al in gesprek te gaan over aanpassingen in werk, bijvoorbeeld na zo’n baarmoederoperatie. ‘Dit alles zodat vrouwen sneller weer kunnen functioneren in werk.’ Maar de aanpassingen liggen niet alleen bij de werknemer en werkgever. ‘De NVOG, de beroepsvereniging van gynaecologen, had tot voor kort nog op de site staan dat iemand erop moest rekenen een half jaar niet te kunnen werken na een baarmoederoperatie. Dat zijn obsolete adviezen, dat hebben ze nu allemaal verwijderd.’

Met zijn werk en zeker ook met zijn lezing tijdens het TBV-congres wil Anema bereiken dat er meer bekendheid en bewustzijn komt rond vrouwspecifieke aandoeningen. ‘Er heerst nog een taboe en bedrijfsartsen geven op verschillende manieren advies. Het lijkt mij goed om te gaan kijken wat de wetenschap zegt, hoe kan die begeleiding zo goed mogelijk worden vormgegeven? Het ontbreekt ons nu aan evidence based handelen bij vrouwspecifieke aandoeningen.’

Bedrijfs- en verzekeringsartsen die meer willen weten kunnen volgens hem nascholingen volgen, maar ook de wetenschappelijke publicaties die er al zijn raadplegen. ‘Er zijn al richtlijnen en we werken aan meer daarvan.’ Hij is op dit moment ad-interim-voorzitter van de richtlijnencommissie van de NVAB. ‘Daar hebben we recent de geüpdatete richtlijn voor zwangerschap en werk beoordeeld. We starten ook een heel netwerk rond vrouwspecifieke aandoeningen en een nieuw onderzoeksprogramma.’ Uiteindelijk kan dit alles volgens hem ook de positie van de vrouw op de arbeidsmarkt verbeteren. ‘We weten dat na de zwangerschap veel vrouwen stoppen met werken of parttime gaan werken. Er zijn heel goede, riante regelingen voor vrouwen rond zwangerschap, dat is natuurlijk goed, maar werkgevers worden hierdoor niet gestimuleerd om het werk aan te passen.’ Hierdoor is het risico dat vrouwen veel langer ziek zijn en een grotere afstand tot werk krijgen, waardoor een achterstand en een lagere sociaaleconomische positie ontstaat. ‘Dat heeft tot jaren later gevolgen. Hier doen we op dit moment onderzoek naar met het UWV.’

Tijdens het TBV-congres op 12 maart vertelt Han Anema meer over dit onderwerp. Kijk hier voor meer informatie en aanmelding.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.