Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties1

Waarom gaan bedrijfsartsen zo vaak in de fout?

Bedrijfsarts-adviseur Hans Dam schrijft een opiniestuk over bedrijfsartsen die de fout ingaan. Hoe kunnen we voorkomen dat bedrijfsartsen een waarschuwing of berisping krijgen omdat ze bij een conflict in de werksituatie in de fout gaan?

Afgelopen week was het weer raak. Twee vermeldingen in Medisch Contact (03, jan 2023) van onprofessioneel handelen van een bedrijfsarts. In het eerste geval krijgt de bedrijfsarts een berisping omdat hij of zij naast het bestaan van een arbeidsconflict de eveneens bestaande medische arbeidsongeschiktheid heeft genegeerd. Ook het tweede geval had betrekking op een arbeidsconflict, maar nu had de bedrijfsarts in opleiding het weigeren van mediation achteraf aangepast. Hoewel deze klacht als ongegrond is afgedaan, constateerde het RTG Eindhoven een andere omissie in de gang van zaken. Maar daarover ging de klacht niet. De omissie betrof een verre van duidelijke supervisiestructuur van de bedrijfsarts in opleiding. Ook de klager raakte het spoor bijster.

Als docent van artsen in opleiding tot bedrijfsarts over arbeidsconflicten ben ik bijzonder geïnteresseerd in deze actuele uitspraken van tuchtcolleges. Ik houd de artsen in opleiding telkens voor dat er uit deze praktijken veel te leren valt. Het tuchtrecht geeft een mooie inkijk in de dagelijkse praktijk van de bedrijfsarts. Helaas leidt dit wel erg vaak tot publicaties in Medisch Contact. Dit komt het imago van de bedrijfsarts niet ten goede. Het maakt onze collega’s in de curatieve sector kopschuw als het gaat om samenwerking en uitwisseling van medische informatie over werknemers/patiënten.

Veel klachten over handelen rond arbeidsconflicten

Hoe kan het dat bedrijfsarts zo vaak in de fout gaan? In zeer veel gevallen gaat deze tuchtrechtelijke correctie van het handelen van de bedrijfsarts over conflicten in de werksituatie. Als ik kijk naar de uitspraken, zoals gepubliceerd in Medisch Contact en naar de reacties die ik krijg van artsen in opleiding signaleer ik het volgende. Op de eerste plaats is er nogal eens sprake van vooringenomenheid: er is een arbeidsconflict en dat zal wel de oorzaak zijn van de klachten en de reden van ziekmelding. Bij de aanpak gaat de bedrijfsarts dan te vaak te kort door de bocht: niet arbeidsongeschikt en geen nazorg. De werknemer voelt zich niet gehoord, verhardt in zijn standpunt met betrekking tot arbeidsongeschiktheid en zal er alles aan doen om daarvoor het bewijs te leveren. De bedrijfsarts volhardt vervolgens in diens standpunt van arbeidsgeschiktheid. Een conflict is geboren.

Op de tweede plaats zie ik vaak talmend gedrag, onduidelijke stellingname en wisselingen in het oordeel: arbeidsgeschikt dan wel -ongeschikt; zeker in het geval de verzuimbegeleiding later start dan de in de richtlijn geadviseerde twee weken. De bedrijfsarts gaat soms helemaal in de fout als hij een oordeel van gedeeltelijke of voorwaardelijke arbeids(on)geschiktheid afgeeft.

Als derde fenomeen signaleer ik de ontsporende verhouding tussen de steeds mondiger patiënt/werknemer en de houding van de bedrijfsarts die ik het best kan omschrijven als doctor knows best.

Toezicht schiet vaak tekort

Een nieuw aspect in de tuchtrechtspraak is de aandacht voor de uitvoering van de verzuimbegeleiding. Ik doel hierbij op het fenomeen dat verzuimbegeleiding aan bedrijven verkocht kan worden door organisaties waar op zijn best slechts één bedrijfsarts in dienst is of als zzp’ er is ingehuurd, waar casemanagers de intermediair zijn of waar het klantbedrijf het eigen regiemodel hanteert met ad hoc verzuimbegeleiding. De kans op tekortschietend toezicht op Arboartsen of artsen inopleiding is groot. Dat wreekt zich bij de doorgaans complexe casuïstiek van een arbeidsconflict met ziekmelding.

Tot slot denk ik dat de langlopende discussie onder bedrijfsarts over hun rol in het sociaal verzekeringsgeneeskundig discours en de taken die de bedrijfsarts door wet- en regelgeving krijgt opgelegd dan wel zichzelf toegeëigend, niet helpt bij het verkrijgen van de juiste competenties van de bedrijfsarts.

Hoe voorkomen we waarschuwingen of berispingen?

Hoe kunnen we voorkomen dat bedrijfsartsen een waarschuwing of berisping krijgen omdat ze bij een conflict in de werksituatie in de fout gaan? Op instigatie van de NVAB is een richtlijn Conflicten in de werksituatie geschreven, speciaal voor bedrijfsartsen. Deze richtlijn is in lijn met en complementair aan de Stecr Werkwijzer Arbeidsconflicten. Neem dus de eigen richtlijn als uitgangspunt voor je handelen.

De richtlijn geeft handvatten voor het handelen van de bedrijfsarts, juist omdat conflicten in de werksituatie met een ziekmelding zo makkelijk kunnen ontsporen. Dat heeft enerzijds te maken met de vraag of er sprake is van arbeidsgeschiktheid of -ongeschiktheid en aan de andere kant met de druk die vanuit de klantorganisatie wordt uitgeoefend om tot een oordeel te komen. Het afgeven van een arbeidsongeschiktheidsoordeel maakt dat die druk zich rechtstreeks op de arts richt.

Dit betekent volgens mij dat we iedere ziekmelding met een zweem van een onderliggend of naastliggend arbeidsconflict van een rode vlag moeten voorzien. Juist omdat er nog maar weinig ervaring is opgedaan met de NVAB-richtlijn en deze richtlijn nogal afwijkt van de oude Stecr Werkwijzer, adviseer ik om ieder conflictdossier met een rode vlag in te brengen in (geanonimiseerd) intercollegiaal overleg. Dat geldt dan vooral voor geregistreerde bedrijfsartsen, want het zijn zeker niet alleen Arboartsen of artsen-in-opleiding die zich voor het tuchtcollege moeten verantwoorden. Niet geregistreerde bedrijfsartsen moeten goed worden begeleid en gesuperviseerd in zulke cases.

Mijn advies is om bij de intake, consultaanvraag of triage al te vragen naar de aanwezigheid van een arbeidsconflict als nevengrond voor de ziekmelding. Een gewaarschuwde verzuimbegeleider telt voor twee. Ik zou zelfs willen adviseren om als supervisor bij het eerste consult aanwezig te zijn en vooraf de strategie (zie de richtlijn) met de arts te bespreken. Het bevordert het vertrouwen van de arts in opleiding tot bedrijfsarts dat ook dit soort complexe cases tot een goed einde kunnen worden gebracht. Dat levert ook goodwill van werknemer en werkgever op. Tot zover oplossingen op casuïstisch niveau.

Supervisie is onmisbaar

Voorwaarde is wel dat de inrichting van de verzuimbegeleiding zodanig is dat op casusniveau support en supervisie gegeven kan worden. Het is een gotspe dat organisaties verzuimbegeleiding kunnen verkopen met slechts een bedrijfsarts op afstand. Ook al is dit het gevolg van de marktwerking in de arbozorg, inclusief het bijpassende verdienmodel en van het gebrek aan toezicht door de overheid, het zou de NVAB sieren om zich nog sterker te maken voor gedegen opleidingssituaties en voor het afwijzen van de inzet van Arboartsen met een minimum of zonder supervisie bij verzuimbegeleiding. Ons imago wordt door de vele tuchtrechtelijke uitspraken in Medisch Contact bezoedeld, ook al staat onderaan het bericht dat de klacht ongegrond is verklaard. Het draagt niet bij aan de toch al moeizame samenwerking met de behandelende sector.

Deskundige Oordeel

Zoals ik schreef, komen veel tuchtzaken ook voort uit de onduidelijk rol van de bedrijfsarts bij de verzuimbegeleiding. Zonder meteen te vervallen in een semantische discussie wil ik stellen dat de bedrijfsarts zeer terughoudend moet zijn in het overnemen van taken van het UWV of van verzekeringsartsen. Het beoordelen van de legitimiteit van een uitkering vanuit de sociale verzekering is een vak binnen een wettelijk kader dat niet een op een is over te zetten naar de verzuimbegeleiding gedurende de wachttijd van de WIA. Vooral bij complexe dossiers, zoals conflicten in de werksituatie, schiet een second opinion door een andere bedrijfsarts tekort en is een Deskundige Oordeel een must. Het gaat bij arbeidsconflicten immers steeds om een arbeidsvoorwaardelijk aspect: wel of niet doorbetalen van het loon. Daar moeten bedrijfsartsen verre van blijven willen ze hun rol als begeleider naar behoud van gezond, veilig en passend werk kunnen en mogen waarmaken. Alleen door de genoemde maatregelen is de kans groot dat bedrijfsartsen minder vaak in de fout gaan.

Auteur
Hans Dam, bedrijfsarts-adviseur

Contact: jdam.hd@gmail.com

1 REACTIE

  1. Heel belangrijk , deze materie. Maar ik ben er van overtuigd dat het meestal goed gaat en we keurig zowel een medische diagnose als een conflictdiagnose opstellen, met stagering en al. Ik vind het predikaat ” zo vaak” te somber.. het gebeurt af en toe. Elke keer die voorkomen had kunnen worden is er een te veel, dat wel.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.