Arjan Schröder, een van de sprekers op het TBV-congres ‘Te moe om te werken’, signaleerde dat perfectionisten vanwege hun forse controlebehoefte meer kans lopen op een burn-out. Dat lijkt plausibel en sluit aan bij mijn spreekuurervaring. Maar perfectionisme is zeker niet de enige risicofactor. Schröder merkt op dat burn-out meestal ontstaat door een optelsom van factoren. Die kunnen werkgerelateerd zijn, maar ook samenhangen met privéomstandigheden en andere persoonlijke kenmerken. Wat in welke mate bijdraagt, verschilt van persoon tot persoon.
Ongezond en gezond perfectionisme
Dat is ook de visie van Wilmar Schaufeli, een andere spreker op het TBV-congres. In zijn boek ‘De burn-out bubbel’ noemt hij een ruim aantal risicofactoren, waaronder ‘ongezond perfectionisme’. Dat ongezonde zit in een hyperkritische houding ten aanzien van het eigen handelen uit angst om fouten te maken of niet genoeg te presteren en daarop door anderen aangesproken te worden. In wetenschappelijke literatuur wordt dit perfectionistic concerns genoemd.
Is er dan ook een ‘gezond perfectionisme’? Schaufeli gebruikt dat begrip voor het streven naar hoge kwaliteit of mooie prestaties in werk, studie of sport. Niet gedreven door angst, maar uit ambitie (perfectionistic strivings). Niet zozeer voor de ander, maar om het beste uit jezelf te halen. Het geeft energie als dat lukt. Burn-out blijkt weinig voor te komen bij gezond perfectionisme, maar juist veel bij ongezond perfectionisme. Wellicht omdat dat laatste ook geassocieerd is met werkverslaving, een andere risicofactor voor burn-out.
Hogere prestatiedruk
Schröder vertelde ook dat de neiging tot perfectionisme de afgelopen decennia is toegenomen. Onder invloed van de sociale media en een verschuiving van waarden en normen moet het steeds ‘mooier, beter, bijzonderder’. Vooral jonge mensen lijken hier gevoelig voor.
Dit is niet alleen een alledaagse observatie. Het komt ook naar voren uit een analyse van vragenlijstgegevens van ruim 40.000 Amerikaanse, Canadese en Engelse studenten, verzameld tussen 1989 en 2016. Bij het uitvragen van perfectionisme werd onderscheid gemaakt tussen een intrapersoonlijke dimensie (self-oriented perfectionism) en twee interpersoonlijke dimensies (socially prescribed en other-oriented perfectionism). Het gaat daarbij om de vraag of je jezelf hoge eisen oplegt, rekening houdt met algemene sociale normen of wil voldoen aan de verwachtingen van mensen in je omgeving. Bij elk van deze drie dimensies werd een stijging waargenomen, het duidelijkst bij socially prescribed perfectionism. Deze vorm van perfectionisme is het meest geassocieerd met psychopathologie.
De auteurs, Curran en Hill, menen dat de toename van perfectionisme te verklaren is door maatschappelijke veranderingen in de onderzoeksperiode van 27 jaar. Ze noemen daarbij het neoliberalisme en de daarmee samenhangende meritocratie waarin iemands positie, status en inkomen sterk bepaald worden door persoonlijke prestaties. De druk om te presteren is hierdoor belangrijk toegenomen. In een maatschappij waarin je een loser bent als je niet goed kunt meekomen, stimuleren ouders dat kinderen hun best doen op school en gaan studeren. Jongeren hebben onrealistische verwachtingen over wat ze kunnen bereiken, maar tegelijk de angst dat het niet lukt. Wanneer succes als keuze wordt gezien, geldt falen als een individuele tekortkoming. Hierdoor ervaren jongeren een grotere prestatiedruk dan eerdere generaties deden.
Ook een probleem voor jonge collega’s
Wat valt hieruit te leren? Een ruim deel van de geneeskundestudenten, anios en aios ervaart een combinatie van perfectionisme met burn-outklachten. Beter begrijpen wat daarbij speelt, biedt nog geen oplossing. Maar wel meer houvast om hierover het gesprek aan te gaan. Met name het verschil tussen gezond en ongezond perfectionisme vind ik verhelderend. Spant iemand zich in vanuit nieuwsgierigheid en gedrevenheid – wat je als docent hoopt – of vanuit de angst het anders niet te redden? Dat maakt nogal wat uit.
Ook het onderscheid tussen intra- en extrapersoonlijke aspecten van perfectionisme is interessant. Zo moeten we ons realiseren dat formele en informele normen binnen een opleiding of medische beroepsgroep meer impact hebben naarmate iemand gevoeliger is voor socially prescribed perfectionism. Leggen we de lat niet te hoog?
Joost van der Gulden is plaatsvervangend hoofdredacteur van TBV en opleidingsdirecteur Eerstelijnsvervolgopleidingen bij het Radboudumc.
Contact: joost.vandergulden@radboudumc.nl
Een uitgebreid verslag van het TBV congres is te vinden via deze link.
Streven naar perfectie is een interpersoonlijke risicofactor voor burnout als je daarmee je innerlijke gevoel van minderwaardigheid compenseert.
Veel effectiever is dus om de oorsprong van die innerlijke overtuiging te onderzoeken en te corrigeren.
Er zijn behalve streven naar perfectie nog 4 negatieve compensatie.